▶ Druk op ok om de instelling te bewaren.
Het vinkje symbool
wordt kort weergegeven om te bevestigen
dat de instelling is opgeslagen.
Afb. 7
Maximale aanvoertemperatuur instellen
3.5
Instellen van het warm water
3.5.1
Warmwaterbedrijf aan/uit
▶ Druk herhaaldelijk op de
knipperende
wordt weergegeven.
Afb. 8
Weergave warmwaterbedrijf
▶ Druk op de + of – knop om het gewenste warmwatergebruik in te
stellen:
–
= Warmwatermodus
–
+ Eco = Eco-bedrijf
–
= Warmwatermodus uit
Wanneer "geen warmwaterbedrijf" is ingesteld, dan kan het
warmwaterbedrijf door het aangesloten regelsysteem niet
worden geactiveerd.
▶ Druk op ok om de instelling te bewaren.
Het vinkje symbool
wordt kort weergegeven om te bevestigen
dat de instelling is opgeslagen.
Afb. 9
Eco-bedrijf instelling
Het Warmwatermodus symbool
er een warmwatervraag is.
Warmwater- of Eco-bedrijf?
• Warmwatermodus
Wanneer de temperatuur in de boiler daalt met meer dan 5 K (°C)
Suprapur – 6 720 812 705 (2016/02)
6 720 619 605-14.1O
knop totdat het
symbool of de
6 720 619 605-18.1O
6 720 619 605-19.1O
wordt weergegeven wanneer
onder de ingestelde temperatuur, dan wordt de boiler weer ver-
warmd tot aan de ingestelde temperatuur. De regeling schakelt dan
weer over in cv-bedrijf.
• Eco-bedrijf
Wanneer de temperatuur in de boiler daalt met meer dan 10 K (°C)
onder de ingestelde temperatuur, dan wordt de boiler weer ver-
warmd tot aan de ingestelde temperatuur. De regeling schakelt dan
weer over in cv-bedrijf.
3.5.2
Instellen van de warmwatertemperatuur
▶ Warmwater- of Eco-bedrijf, ( de vorige paragraaf voor instelling).
▶ Druk op de
knop.
De ingestelde warmwatertemperatuur knippert.
Afb. 10
▶ Druk op de + of – knop, om de gewenste warmwatertemperatuur te
selecteren, stel de temperatuur in tussen 40 en 60°C.
▶ Druk op de ok-knop om de instelling op te slaan.
Het vinkje symbool
wordt kort weergegeven om te bevestigen
dat de instelling is opgeslagen.
Afb. 11
Het wordt aanbevolen de temperatuur in te stellen op
minimaal 55°C om bacteriële verontreiniging zoals
legionella te voorkomen.
3.6
Instelling regeltoestel
Enkele van de functies die in deze sectie zijn beschreven veranderen
wanneer aangesloten op een andere regelaar (bijv. FR 10/FR 120/FW
120/CR 10/CR 50/CW 100/...), enkele van deze functies zijn:
• Communicatie met de regelaar en basisregelaar
• Parameters instellen
Regelaar instructies
De instructies laten u zien hoe u:
▶ de modus instelt en de stooklijn, gebruikmakend van
de terugkoppeling van de buitentemperatuursensor.
▶ de kamertemperatuur instelt.
▶ voordelig verwarmt en energie bespaart.
Bediening van het apparaat
6 720 619 605-20.1O
6 720 619 605-19.1O
7