5 Elektrische aansluiting
- - - - E E i i n n d d e e
5.7 DC-kabels aansluiten
GEVAAR
Risico op elektrische schokken!
De zonnepanelen zetten zonlicht om in elektrische energie en kunnen
levensgevaarlijke spanning veroorzaken.
WAARSCHUWING
Controleer of de zonnepanelen goed zijn geïsoleerd ten opzichte van de aarde
voordat de zonnepanelen op de omvormer worden aangesloten.
LET OP
Risico op beschadiging van de omvormer! Neem de volgende eisen in acht.
Doet u dit niet, dan vervalt elke aansprakelijkheid en het recht op garantie.
Zorg dat de maximale DC-spanning en maximale kortsluitstroom van elke
•
string nooit hoger is dan de toelaatbare waarden die worden vermeld bij "-
Technische gegevens".
Het gecombineerd gebruik van verschillende merken of modellen PV-
•
modules in een PV-string of een ongunstig PV-stringontwerp van PV-
modules op daken met een verschillende oriëntatie, leidt niet per se tot
schade aan de omvormer maar heeft wel een nadelig effect op de
systeemprestatie!
5.7.1 PV-ingang configureren
Op de onderstaande afbeelding ziet u dat de omvormer is uitgerust met meerdere
•
PV-ingangen: PV-ingangen 1~6; waarbij elke PV-ingang een MPP-tracker heeft.
De PV-ingangen werken onafhankelijk van elkaar en hebben elk een eigen MPPT.
•
De PV-ingangen kunnen daardoor van elkaar verschillen als het gaat om type PV-
module, aantal zonnepanelen per PV-string en kantel- of invalshoek.
Elk PV-ingang biedt plaats aan twee DC-ingangen (DC1 en DC2). Om de DC-stroom
•
optimaal te benutten, moeten de PV-modules DC1 en DC2 dezelfde structuur
hebben en qua type, aantal panelen, hellingshoek en oriëntatie overeenkomen.
38
User Manual