7
|
Installatie van de leidingen
7.2.6 Koelmiddelleiding op de binnenunit aansluiten
Uitgebreide handleiding voor de installateur
40
Flaregereedschap voor
R32 (koppelingstype)
A
0~0,5 mm
5 Controleer of de verbreding goed werd uitgevoerd.
a
a De binnenkant van de verbreding mag GEEN gebreken vertonen.
b Het uiteinde van de leiding MOET gelijkmatig en in een perfecte cirkel verbreed zijn.
c Controleer of de flaremoer is aangebracht.
▪
Leidinglengte. Houd de koelmiddelleiding zo kort mogelijk.
1 Sluit de koelmiddelleiding met flareverbindingen aan op de unit.
2 Isoleer de koelmiddelleiding, de kabel tussen de units en de afvoerslang op de
binnenunit als volgt:
c
a
b
f
a Gasleiding
b Isolatie gasleiding
c Verbindingskabel
d Vloeistofleiding
e Isolatie vloeistofleiding
f Afwerkingstape
g Afvoerslang
OPMERKING
Zorg ervoor dat de hele koelmiddelleiding is geïsoleerd. Blote leidingen kunnen
condensatie veroorzaken.
Conventioneel flaregereedschap
Koppelingstype
(Ridgid-type)
1,0~1,5 mm
b
c
d
e
g
Vleugelmoertype
(Imperial-type)
1,5~2,0 mm
FTXP20~35N5V1B + ATXP20~35N5V1B
Split-systeemairconditioners
4P519439-20U – 2022.09