7.2.4 Richtlijnen voor het buigen van leidingen
7.2.5 Leidinguiteinde optrompen
FTXP20~35N5V1B + ATXP20~35N5V1B
Split-systeemairconditioners
4P519439-20U – 2022.09
▪
Gebruik ALTIJD samen een moersleutel en een momentsleutel om deze moer aan
te halen wanneer u de leiding aansluit. Op die manier zal de moer niet scheuren
en lekken.
a
b
c
d
a Momentsleutel
b Moersleutel
c Leidingverbinding
d Flaremoer
Leidingmaat (mm)
Aanhaalmoment
Ø6,4
Ø9,5
Ø12,7
Gebruik een pijpenbuigmachine om de leidingen te buigen. Alle leidingbochten
moeten zo geleidelijk mogelijk verlopen (buigingsstraal van 30~40 mm of meer).
VOORZICHTIG
▪
Een onvolledige verbreding kan lekken van koelgas veroorzaken.
▪
Gebruik getrompte buizen NIET opnieuw. Gebruik nieuwe getrompte buizen om
ervoor te zorgen dat er geen koelgas kan lekken.
▪
Gebruik de getrompte moeren die bij de unit werden meegeleverd. Andere
getrompte moeren kunnen koelgaslekken veroorzaken.
1 Snijd het uiteinde van de leiding af met een pijpensnijder.
2 Verwijder de bramen en houd daarbij het afgesneden vlak naar beneden
zodat er GEEN bramen in de leiding kunnen komen.
a
a Snijd precies in rechte hoeken af.
b Verwijder de bramen.
3 Verwijder de flaremoer van de afsluiter en zet de flaremoer op de leiding.
4 Verbreed de leiding. Verbreed exact op de plaats zoals getoond op de
volgende afbeelding.
A
7
Installatie van de leidingen
|
Flareafmetingen
(N•m)
(A) (mm)
15~17
8,7~9,1
33~39
12,8~13,2
50~60
16,2~16,6
b
Flarevorm (mm)
90°
±2
ØA
R=
0.4~0.8
Uitgebreide handleiding voor de installateur
39