Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Sulzer ABS 116 Gebruikshandleiding pagina 5

Inhoudsopgave

Advertenties

1
O
,
VER DEZE HANDLEIDING
GEBRUIKERS EN VOORWAARDEN
Deze handleiding beschrijft de pompbedieningspanelen CP 116 ⁄ 216. Het ver-
schil tussen de twee producten is dat de CP 116 bedoeld is voor één pomp,
terwijl deCP 216 twee pompen kan bedienen. De CP 116 heeft geen zekeringau-
tomaat, terwijl de CP 216 een 3-polige automatische zekeringautomaat heeft
voor elke pomp.
Installatiehandleiding
Er is een separaat document Installatiehandleiding dat beschrijft hoe het
bedieningspaneel fysiek geïnstalleerd moet worden (afgedrukt document in het
installatiepakket en eveneens een PDF op de CD).
Gebruikers
Deze handleiding is bedoeld voor systeembeheerders en gebruikers van bedie-
ningspaneel CP 116 ⁄ 216.
Voorwaarden
Deze handleiding gaat er van uit dat u al bekend bent met de pompen die u wilt
gaan besturen en de sensoren die zijn aangesloten op de CP 116 ⁄ 216.
De systeembeheerder moet eveneens op de hoogte zijn van en beslissen over
het volgende:
Het bedieningspaneel kan gebruik maken van een analoge niveausensor, die
het waterniveau in de put meet voor een nauwkeurige besturing van start- en
stopniveau's of gebruik maken van eenvoudige vlotterschakelaars die zijn aan-
gebracht op de start en stopniveaus.
Naast een analoge niveausensor kunnen vlotterschakelaars worden gebruikt
als een back-up en aanvullende alarmingang.
Een analoge niveausensor heeft verschillende voordelen t.o.v. vlotterschake-
laars: deze is robuuster (kan niet klem raken of mechanisch blokkeren); nauw-
keuriger, flexibeler (u kunt de start- en stopniveaus makkelijker wijzigen); u
kunt het waterniveau in de put eventueel aflezen, evenals de instroom, overloop
en pompcapaciteit, u kunt de pompprestaties op verschillende manieren opti-
maliseren, incl. het periodiek kort laten lopen (exercising), alternatieve stopni-
veaus, tariefbepaling, etc.
Het is ook mogelijk een alternatief stopniveau te gebruiken, doorgaans een
lager niveau dan normaal, dat gebruikt wordt nadat een aantal pompen gestart
is. Dit kan zinvol zijn als het wenselijk is de put zo nu en dan "volledig" leeg te
maken
U moet weten of de pomp(en) kort moet(en) draaien (exercising) bij lange stil-
standperioden. Wanneer de installatie twee pompen heeft, moet u beslissen of
de pompen afwisselend gebruikt moeten worden.
Als het elektriciteitsnet een dagelijks variërende tarieven heeft, moet u de
tijden weten van de hoog/laag tarieven.
U moet weten hoe de overstroom gemeten wordt: als deze wordt gemeten met
zowel een overloopdetector (voor het detecteren overloopstartmoment) en een
niveausensor (voor het meten van de actuele doorstroming), moet u de para-
meters weten (exponenten en constanten) die moeten worden ingevoerd zodat
de overloop nauwkeurig kan worden gemeten via een berekening in de
CP 116 ⁄ 216.
U moet weten welke alarmklasse, A-alarm of B-alarm (zie
Verklarende woor-
denlijst en leeswijzer
op pagina 2) van toepassing is,
NL

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Abs 216

Inhoudsopgave