ruimte van 20 cm, aan de achterkant 5 cm (afstandhouders)
en aan beide zijkanten een ruimte van 10 cm worden vrijge-
houden.
Gebruik de meegeleverde afstandhouders.
Om de deur goed te kunnen openen, dient een straal van
54 cm voor het apparaat te worden vrijgehouden.
Zet het apparaat waterpas en compenseer oneffenheden in
de vloer door de beide stelpootjes in of uit te draaien.
WAARSCHUWING! Ventilatieopeningen in de behuizing van
het apparaat of de inbouwkast niet afsluiten.
4.4.3. Netaansluiting
Sluit het apparaat alleen aan op een correct geïnstalleerd en
goed bereikbaar randaardestopcontact van 220-240 V~ / 50
Hz in de buurt van de plaats waar de koelkast staat opge-
steld. Zorg dat het stopcontact altijd goed toegankelijk is zo-
dat het apparaat indien nodig snel spanningsvrij kan worden
gemaakt.
Zorg ervoor dat niemand over het netsnoer kan struikelen.
Het aansluitsnoer mag niet worden ingeklemd of platgedrukt.
4.5. Bediening
De hoogste koelstand op de thermostaat dient alleen kortdu-
rend ingesteld te worden bij hoge buitentemperaturen of als de
koelkast gevuld wordt met snel te koelen/in te vriezen levens-
middelen. Nadat de gewenste binnentemperatuur bereikt is,
dient de thermostaat weer lager gezet te worden. Anders ont-
staan er in de binnenruimte temperaturen onder de 0 °C, wat de
levensmiddelen kan schaden.
10