6.2. Aanbrengen van de afstandhouders
Draai de koelkast zodanig dat u bij de achterkant van het apparaat kunt.
Draai de meegeleverde afstandhouders vast op de daarvoor bestemde plek on-
deraan de achterkant van het apparaat.
6.3. Glazen schappen
6.3.1. Uitnemen
Open de deur volledig om de glazen schappen uit te nemen.
Til het schap met beide handen op en trek het uit de koelruimte.
6.3.2. Plaatsen
Schuif het schap vanaf de voorzijde in de uitsparingen in de wanden van de
koelruimte.
7. Bediening van het apparaat
OPMERKING
Geluiden die soms te horen zijn, zoals kraken, worden veroorzaakt door
het uitzetten en krimpen van de ingebouwde elementen door tempera-
tuurveranderingen.
7.1. Temperatuurregeling
Door het instellen van de draaiknop van de thermostaat op een van de standen
wordt de temperatuur in de koelruimte automatisch aangepast.
Er zijn 8 mogelijke standen van de thermostaat:
0
Het apparaat is uitgeschakeld
1
De hoogste koelruimtetemperatuur (het warmst)
2 tot 6
Tussenstanden
7
De laagste koelruimtetemperatuur (het koudst)
OPMERKING
Plaats geen levensmiddelen in de koel- en vriesruimte voordat het ap-
paraat is afgekoeld.
Stel, voordat u verse levensmiddelen in de koelkast plaatst, de draaiknop van de
thermostaat in op stand 7. Stel de thermostaat na 3 uur in op een van de tussen-
standen, totdat op het onderste schap een temperatuur van ca. 6 °C is bereikt
(controleer dit met een koelkastthermometer).
16