Bediening
Nadat alle aansluitingen uitgevoerd zijn is de draadloze beeldoverdracht -set nu klaar voor ge-
bruik.
Inschakelen
Schakel het AV- bronapparaat en de TV –
toestellen in.
Schakel de transmitter en de receiver in met
de functieschakelaars ON/OFF (7 en 11).
Op het beeldscherm verschijnt de melding
"WELCOME TO..." op een blauwe achter-
grond.
Kanaalafstemming
Stel de overdrachtkanalen van transmitter en
receiver met de toetsen CHANNEL (14) in op
het zelfde kanaal (1, 2, 3 of 4).
Automatisch zoeken van kanalen
Druk op de toets SCAN.
Nadat het zoeken van zenders afgesloten is,
wordt de zender die het eerst is gevonden,
weergegeven.
Zenderkeuze
Met de toetsen CH (19) op de afstands-be-
diening kunt u nu de gevonden zenders kie-
zen. De toetsen CH+ (16) en CH-(17) op de
transmitter hebben eveneens dezelfde func-
tie.
Als alternatief kunnen de stationsgeheugens
ook direct via het decimale toetsenbord (18)
ingevoerd worden.
Door op de toets PREV.CH (22) te drukken
wordt er teruggeschakeld naar de het laatst
ingestelde zender.
Activeer op de TV –toestellen de AV –ingang.
Zie hiertoe de desbetreffende gebruiksaan-
wijzingen.
ON: apparaat is ingeschakeld
OFF: apparaat is uitgeschakeld
Op transmitter en receiver branden
de kanaalaanduidingen (13).
Als zich tijdens het gebruik storingen voor-
doen, probeer dan een andere kanaalinstel-
ling.
Bij beide apparaten moet echter steeds het-
zelfde kanaal ingesteld worden.
Het automatisch zoeken van kanalen is ge-
activeerd en slaat nu alle ontvangbare kabel-
zenders op in de tuner van de transmitter. Op
het beeldscherm verschijnt de melding
"CHANNEL SCANNING, PLEASE
WAITING".Dit zoeken duurt, afhankelijk van
het ontvangstsignaal en aantal zenders,
enige tijd.
De driehoeken naast de toetsen tonen de
schakelrichting (omhoog / omlaag).
Om tweecijferige stationsgeheugens te kie-
zen drukt u op de toets -/- - (23) en dan op
de desbetreffende cijfers van het decimale toet-
senbord (18). Om de kanalen weer één-cijferig
in te kunnen voeren drukt u nogmaals op de
toets -/- - (23).
11