Onderhoud
9.
Het apparaat is onderhoudsvrij. Bij schade aan het apparaat mag alleen het
complete apparaat worden vervangen.
9.1
LET OP!
Beschadiging van het apparaat door verkeerde onderhoudsmiddelen.
Gebruik voor het reinigen en verzorgen van het apparaat geen bijtende
reinigings- of oplosmiddelen.
¾
9.2
Storing
Bewegingsmelder initialiseert
zich niet
De verlichting wordt niet
automatisch ingeschakeld –
ondanks een aanwezige
beweging
Onderhoud
Reiniging
Gebruik een pluisvrije droge doek of een pluisvrije doek die iets vochtig
is gemaakt met water.
Storingen verhelpen
Oorzaak
- Controleer de kabelverbinding tussen
de sensorkop en de montagesteun,
de rode ader moet boven liggen
- Het omgevingslicht ligt boven de ingestelde
schakelwaarde van de helderheid
- Verlichting werd handmatig uitgeschakeld
- De personen bevinden zich buiten
de detectiehoek
- De bewegingsmelder heeft geen vrij
zicht. In de detectiehoek bevinden zich
storingsbronnen zoals struiken of bomen
- Er is een te korte nalooptijd ingesteld
-
Tijdafhankelijke bedrijfsmodi
zijn ingesteld
42 / 46
DE