Programmeren
4 Programmeren
4.1 Lokaal bedieningspaneel (LCP)
De frequentieregelaar kan worden geprogrammeerd via
het LCP of via de RS485-COM-poort vanaf een pc. Voor dit
laatste moet u MCT 10 setupsoftware installeren. Zie
hoofdstuk 1.2 Aanvullende hulpmiddelen voor meer
informatie over de software.
De functies van het LCP zijn onderverdeeld in 4 groepen.
A. Display
B. Menutoets
C. Navigatietoetsen en indicatielampjes
D. Bedieningstoetsen en indicatielampjes
1
2
1-20 Motor Power
3
A
[5] 0.37kW - 0.5HP
Setup 1
4
Status
B
Menu
6
Com.
C
10
On
7
Warn.
8
Alarm
9
Hand
D
On
13
Afbeelding 4.1 Lokaal bedieningspaneel (LCP)
A. Display
Het lcd-display is verlicht en heeft 2 alfanumerieke regels.
Alle gegevens worden op het LCP weergegeven.
Afbeelding 4.1 beschrijft de gegevens die kunnen worden
uitgelezen via het display.
MG18A810
Snelgids
5
Main
Quick
Menu
Menu
11
12
OK
11
11
Off
Auto
Reset
On
14
15
Danfoss A/S © 05/2016 Alle rechten voorbehouden.
1
Nummer en naam van de parameter.
2
Parameterwaarde.
3
Het setupnummer toont het nummer van de actieve setup
en het nummer van de setup die wordt gewijzigd. Als de
actieve setup ook de setup is die wordt bewerkt, wordt
alleen het nummer van deze setup getoond (fabrieksin-
stelling). Als de actieve en de te wijzigen setup niet
dezelfde zijn, worden beide nummers op het display
weergegeven (setup 12). Het nummer van de te wijzigen
setup zal knipperen.
4
De draairichting van de motor wordt linksonder op het
display aangegeven door middel van een pijltje dat
rechtsom of linksom wijst.
5
Het driehoekje geeft aan of het LCP de status, het
snelmenu of het hoofdmenu weergeeft.
Tabel 4.1 Legenda bij Afbeelding 4.1, deel I
B. Menutoets
Druk op [Menu] om te schakelen tussen status, snelmenu
en hoofdmenu.
C. Navigatietoetsen en indicatielampjes
6
Com.-led: knippert wanneer de bus bezig is met
communiceren.
7
Groene led/On: de besturingssectie werkt correct.
8
Gele led/Warn.: geeft een waarschuwing aan.
9
Knipperende rode led/Alarm: geeft een alarm aan.
10
[Back]: dient om terug te keren naar de vorige stap of laag
in de navigatiestructuur.
▲
▼
11
[
] [
] [►]: dienen om te navigeren tussen parameter-
groepen en parameters en binnen parameters. Ze kunnen
ook worden gebruikt voor het instellen van de lokale
referentie.
12
[OK]: dient om een parameter te selecteren en wijzigingen
van de parameterinstelling te accepteren.
Tabel 4.2 Legenda bij Afbeelding 4.1, deel II
4
4
25