Om de accuspanning nauwkeurig te kunnen meten, dienen de spanningssensordraden zo dicht
mogelijk bij de accupolen aangesloten te worden. De positieve en de negatieve sensorkabels
moeten worden aangesloten. Kabelverlies wordt gecompenseerd met maximaal 2,5 V.
10. Configuratie
De instellingen van de Mac Plus kunnen op twee manieren aangepast worden:
•
Door middel van DIP-switches;
•
Via het MasterBus-netwerk (door middel van een afstandsbedieningspaneel of een interface die
is verbonden met een pc met MasterAdjust-software); zie hoofdstuk 14 en 15.
Zodra een DIP-switch is ingesteld op Aan, kan de bijbehorende instelling niet worden
geconfigureerd via MasterBus.
LET OP!
Onjuiste instellingen van de Mac Plus kunnen tot ernstige schade aan uw accu's en/of aan de
aangesloten lading leiden! Alleen geautoriseerd personeel mag instellingen aanpassen.
Zie de volgende drie tabellen voor een overzicht van de verschillende instellingen van DIP-switches.
MasterBus-communicatie
Geen MasterBus-communicatie in slaapmodus
(Laag nullastverbruik 2 mA)
Altijd MasterBus-communicatie
(nullastverbruik < 10 mA)
15
MAC-PLUS