Stappen
1. Koppel de kabels van de linker- en rechterventilator los van de systeemkaart.
2. Draai de systeemkaarteenheid om.
3. Verwijder de tien schroeven (M2x3) waarmee de ventilator en de koelplaateenheid op de systeemkaart zijn bevestigd in
omgekeerde volgorde (10>9>8>7>6>5>4>3>2>1).
OPMERKING: Afhankelijk van de aparte grafische verwerkingseenheid die op uw computer is geïnstalleerd, kunnen de
ventilator en koelplaat op de systeemkaart zijn bevestigd met 8 of 10 schroeven.
4. Til de ventilator en de koelplaateenheid weg van de systeemkaart.
De ventilator en koelplaateenheid plaatsen
Vereisten
Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens het installatieproces uit te voeren.
Over deze taak
OPMERKING: Als de systeemkaart of de koelplaat wordt teruggeplaatst, moet u het thermische vet gebruiken dat in het
pakket is meegeleverd om ervoor te zorgen dat de warmte wordt afgevoerd.
De volgende afbeelding(en) geeft/geven de locatie van de ventilator en koelplaateenheid aan en biedt/bieden een visuele
weergave van de installatieprocedure.
54