Montage-instructies
Een apparaat dat niet is ingebouwd
kan kantelen!
Let op! Het apparaat mag niet
onder een kookplaat ingebouwd
worden.
Plaats van opstelling
Kies een droge ruimte uit waar kan wor-
den geventileerd.
Kies geen plaats direct naast een for-
nuis, een oven, een verwarming, onder
een kookplaat of in de buurt van een
raam waar de zon direct doorheen kan
schijnen. Hoe hoger de kamertempera-
tuur is, des te langer is de compressor
in werking en des te hoger is het ener-
gieverbruik. Geschikt is een droge ruim-
te waar kan worden geventileerd.
Let bij het plaatsen van het apparaat op
het volgende:
– Het stopcontact moet gemakkelijk
toegankelijk zijn in geval van nood.
Het mag zich dus niet achter het ap-
paraat bevinden.
– Stekker en aansluitkabel van het ap-
paraat mogen niet tegen de achter-
kant van het apparaat aan komen,
omdat ze door trillingen van het ap-
paraat beschadigd kunnen raken.
– Ook andere apparaten mogen niet
worden aangesloten op een contact-
doos die zich aan de achterkant van
dit apparaat bevindt.
48
Bij hoge luchtvochtigheid kan
zich condens op de buitenkant van
het apparaat vormen.
Dit condenswater kan corrosie ver-
oorzaken.
Om dit te voorkomen, kunt u het ap-
paraat het beste plaatsen in een
droog vertrek of een vertrek met vol-
doende ventilatie.
Controleer na de inbouw of de deur
van het apparaat goed sluit, of de
lucht ongehinderd kan worden toe-
gevoerd en afgevoerd en of het ap-
paraat op de beschreven wijze is in-
gebouwd.
Klimaatklasse
Het apparaat is bestemd voor een be-
paalde klimaatklasse (kamertempera-
tuur), waarvan de grenzen moeten wor-
den aangehouden. De klimaatklasse
wordt vermeld op het typeplaatje in het
apparaat.
Klimaatklasse
SN
N
ST
T
Een te lage kamertemperatuur heeft tot
gevolg dat de compressor gedurende
lange tijd niet werkt. Dit kan tot hogere
temperaturen in het apparaat leiden,
waardoor schade kan ontstaan.
Kamertempera-
tuur
+10 tot +32 °C
+16 tot +32 °C
+16 tot +38 °C
+16 tot +43 °C