43 Camera-instellingen
Camera-instellingen
Het menu Instelling
Met het instellingsmenu dat in de opname- en weergavemodi beschikbaar is,
kunt u de algemene instellingen van de camera configureren volgens uw
persoonlijke voorkeur.
Het instellingsmenu openen:
1.
Druk op de knop MENU wanneer u in de modus Weergave of een van
de opnamemodi bent.
2.
Selecteer INSTELLING in het menu. Druk op de knop OK om dit menu
te openen. Daarna verschijnt het submenu.
3.
Gebruik de navigatieknoppen Links/Rechts om door de opties te schuiven en druk op de knop
OK om verdere submenu's te openen en uw selectie te bevestigen. Raadpleeg de volgende
secties voor meer gedetailleerde informatie over elke instelling.
LCD-helderheid
Met de instelling LCD-helderheid kunt u de LCD-achtergrondverlichting
helderder of donkerder maken. Druk op de knop OK om de functie te openen.
Gebruik de navigatieknoppen Links/Rechts om de helderheid te verhogen
of te verlagen.
Bestandsnummer
Met de instelling Bestandsnr. kunt u het bestandsnummer opnieuw instellen
op 0001 wanneer de camera een nieuwe map maakt. Anders wordt het
volgende bestandsnummer gebruikt. Selecteer OPNIEUW INSTELLEN om
de nummers opnieuw in te stellen of DOORGAAN om de bestandsnummers
in doorlopende volgorde in te stellen.
Digitale zoom
Met de instelling Digitale zoom kunt u de digitale zoomfunctie in- of
uitschakelen. Druk op de knop OK om te bevestigen. Selecteer AAN om de
functie in te schakelen of UIT (standaard) om de functie uit te schakelen.
Het menu Instelling
OK
Enter
Druk op OK om in te voeren
INSTELLING
LCD-HELDERHEID
OPNIEUW INSTELLEN
DOORGAAN
BESTANDSNR.
AAN
UIT
DIGITALE ZOOM