29 Opname-instellingen
AE-meting
Met de instelling AE-meting kunt u het gebied van het onderwerp of kader
selecteren dat de camera gebruikt om het licht te meten. Gebruik de
navigatieknoppen Omhoog/Omlaag om de opties te selecteren: Er zijn
drie lichtmetingsinstellingen beschikbaar:
•
MATRIX (standaard): de camerameting is ingesteld voor het
evalueren van 16 zones van objecten met een intelligente weging in
het kader.
•
CENTRAAL GEWOGEN: De meting plaatst meer nadruk op het midden van het beeld terwijl u
nog steeds naar de volledige scène kijkt.
•
PUNT: de lichtmeting van de camera is ingesteld voor de helderheid van één onderwerp in het
midden van het beeld.
Kleur
Met de instelling Kleur kunt u foto's maken en verschillende kleuren of
kleurtonen toepassen voor een artistiek effect. Gebruik de
navigatieknoppen Omhoog/Omlaag om de opties te selecteren: Er zijn
vier kleurinstellingen beschikbaar:
•
LEVENDIG
•
KLEUR (standaard)
Scherpte
Met de instelling Scherpte kunt u de fijnere details van uw foto's
verbeteren. Gebruik een hogere instelling voor zeer scherpe foto's en een
lagere instelling voor een foto met zachte contouren. Gebruik de
navigatieknoppen Omhoog/Omlaag om de opties te selecteren: Er zijn
drie scherpte-instellingen beschikbaar:
•
HOOG
•
NORMAAL (standaard)
Verzadiging
Met de instelling Verzadiging kunt u de verzadiging van de kleuren in uw
foto's aanpassen. Gebruik een hoge verzadigingsinstelling voor rijke kleuren
en een lagere verzadigingsinstelling voor meer natuurlijke tinten. Gebruik de
Het menu Opname
•
ZWART-WIT
•
SEPIA
•
LAAG
MATRIX
CENTRAAL GEWOGEN
PUNT
AE-METING
LEVENDIG
KLEUR
ZWART-WIT
SEPIA
KLEUR
HOOG
NORMAAL
LAAG
SCHERPTE
HOOG
NORMAAL
LAAG
VERZADIGING