Bedrijf
6.1
Bedieningselementen
6.1.1
Lokale bediening op het instrument
Het instrument wordt bediend met de drie bedieningstoetsen op het front van het instrument
• Open het configuratiemenu
• Bevestig een invoer
• Kies een parameter of submenu zoals aangeboden in het menu
Binnen het configuratiemenu:
• Scroll stap voor stap door de parameters/menu-items/karakters zoals aangeboden
• Verander de waarde van de geselecteerde parameter (verhogen of verlagen)
Buiten het configuratiemenu:
Toon de geactiveerde en berekende kanalen, zowel minimum als maximum waarden, voor alle
actieve kanalen.
U kunt altijd menupunten/submenu' s verlaten aan het eind van het menu via "x Back".
Verlaat de setup direct zonder veranderingen op te slaan door de "-" en "+" toetsen tegelijkertijd
> 3 s.
6.1.2
Configuratie via interface & FieldCare Device Setup PC-configuratiesoftware
VOORZICHTIG
L
Ongedefinieerd schakelen van uitgangen en relais mogelijk tijdens configureren met
FieldCare
‣
Configureer niet tijdens een lopend proces.
Sluit het instrument aan op uw PC om het instrument te configureren met de FieldCare Device
Setup-software. U heeft hiervoor een speciale interface-adapter nodig, bijv. de Commubox
FXA291.
Installeren van de communicatie-DTM in FieldCare
Voordat configuratie van het instrument kan worden uitgevoerd, moet FieldCare Device Setup
worden geïnstalleerd op uw PC. De installatie-instructies zijn opgenomen in de FieldCare-
instructies.
Installeer vervolgens de FieldCare-instrumentdriver aan de hand van de volgende instructies:
1.
Installeer eerst de instrumentdriver "CDI DTMlibrary" in FieldCare. Deze is te vinden
onder "Endress+Hauser Device DTMs → Service / Specific → CDI" in FieldCare.
2.
Daarna moet de DTM-catalogus worden geüpdatet. Voeg de nieuw geïnstalleerde DTM' s
toe aan de DTM-catalogus.
16
RIA46
Endress+Hauser