S
G
AEY
USTAV
6.4 Aansluiten van de kachel op het rookkanaal
Bij een achteraansluiting kan de kachel direct op de schoorsteen worden aangesloten. Indien u opteert voor een
bovenaansluiting, dan moet de pijpmond gemonteerd worden op de bovenplaat en het uitvuldeksel op de achterwand.
OPGELET!
Het is belangrijk dat alle onderdelen luchtdicht worden afgesloten.
De diameter van het rookkanaal moet overeenkomen met de diameter van de pijpmond van de kachel. In verband
met de diameter van de afvoerbuis moet u ook met het volgende rekening houden:
De diameter van de afvoerbuis mag niet verkleind worden. Bovendien moet de afvoerbuis perfect op de
schoorsteen passen.
Is de trek van de schoorsteen te groot, dan moet een trekregelaar ingebouwd worden.
De schoorsteen mag geen valse lucht aanvoeren. Let op gesloten schoorsteenschuiven en reinigingsopeningen in
de kelder of op het dak!
De afvoerbuis moet veilig op het verbindingspijpstuk bevestigd zijn.
6.5 Wat te doen bij schoorsteenbrand
Wij adviseren de volgende stappen te nemen bij schoorsteenbrand:
1.
Sluit de luchttoevoer af.
2.
Waarschuw de brandweer.
3.
Maak de toegang tot de reinigingsopeningen mogelijk (bv. kelder en zolder).
4.
Verwijder alle brandbare voorwerpen weg van de schoorsteen.
5.
Bij het opnieuw in gebruik nemen van de kachel dient de schoorsteen en de kachel te worden gecontroleerd
door uw vakman.
6.
Deze vakman dient tevens de oorzaak van de schoorsteenbrand na te gaan en deze te verhelpen.
TIP
Wanneer U eenmaal per dag gedurende 10 minuten de haard op zijn maximaal vermogen laat
werken, dan laat dit het verbranden van teerafzetting toe. Daarbij verkleint het risico op eventuele
schoorsteenbrand, en terzelfder tijd wordt de ruit properder gehouden.
NEDERLANDS
12
2017 – v01