1.2
(Hand)bediening
Open of het bedieningsklepje of de lade op de haard of trek het kader aan de onderkant
naar u toe. Het regelblok (zie figuur 1) wordt nu zichtbaar.
1.2.1 Waakvlam ontsteken
•
Druk bedieningsknop A in en draai deze van positie
vlam). U hoort een tik en een vonk springt over. Hou de knop enige tijd ingedrukt.
Zo kan lucht uit de leiding ontsnappen
•
Draai de knop terug naar de startpositie . Herhaal enige keren bovenstaande
handeling totdat de waakvlam ontsteekt
•
Houd de knop na ontsteken ongeveer 10 seconden ingedrukt
•
Laat de knop los en controleer of de waakvlam blijft branden
•
Draai de knop door tot de volstand
1.2.2 Waakvlam doven
•
Draai knop A naar stand
•
De waakvlam gaat uit
Waarschuwing! Indien, door welke oorzaak dan ook, de waakvlam dooft minimaal 5
minuten wachten alvorens de waakvlam opnieuw te ontsteken.
Mogelijke oorzaken van het doven van de waakvlam zijn:
•
Bedieningsfout
•
Ingrijpen van de beveiliging, veroorzaakt door een defect in het aan-/
afvoersysteem
•
Defect in het waakvlamsysteem
Neem contact op met uw installateur indien de haard geregeld uitschakelt.
1.2.3 Hoofdbrander ontsteken
•
Ontsteek de waakvlam en draai bedieningsknop A op stand
•
Stel nu met bedieningsknop B de hoogte van de vlammen in tussen de waakvlam
stand en volstand
1.2.4 Hoofdbrander doven
•
Door bedieningsknop B op stand
•
Door bedieningsknop A ook op stand
haard uitgeschakeld
linksom naar positie
te draaien gaat de hoofdbrander uit
te draaien gaat de waakvlam uit en is de
(kleine
(grote vlam)
4 <
<
<
<