VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
3.0 Veiligheidsinstructies
3.1 Algemene veiligheidsinstructies
3.1.1
Als het apparaat defect is, mag het niet worden gebruikt. Tracht het apparaat niet aan te passen
(veranderen), te demonteren, te repareren of onderdelen te vervangen.
3.1.2
Mochten er tijdens het gebruik van het apparaat onregelmatigheden (bijv. allergieën) optreden, staak dan onmiddel-
lijk het gebruik en raadpleeg uw arts.
3.1.3
Deze bloeddrukmeter is niet aan te bevelen voor personen met zware hartritmestoornissen.
3.1.4
Als u wat voor twijfel dan ook over het gebruik van de bloeddrukmeter heeft, dient u vooraf uw arts te raadplegen.
3.1.5
De metingen van bloeddruk en polsslag met de bloeddrukmeter zijn geen vervanging voor een medische diagnose
en behandeling! Toebehoren van andere apparaten mogen niet worden gebruikt.
3.1.6
Misbruik en oneigenlijk gebruik moeten worden vermeden.
3.1.7
Bewaar deze gebruiksaanwijzing tijdens de levensduur van het product voor als u op een later tijdstip nog vragen
heeft. Als u de bloeddrukmeter aan derden doorgeeft, geef dan ook de gebruiksaanwijzing mee. Zorg dat ook der-
den toegang hebben tot de gebruiksaanwijzing. De gebruiksaanwijzing maakt deel uit van de bloeddrukmeter.
Wijs ook derden bij overdracht op de gevaren die kunnen ontstaan door gebruik van het apparaat.
3.1.8
Controleer de bloeddrukmeter voor elk gebruik op fouten. Mocht er een fout of defect (bijv.
veroorzaakt door kinderen, huisdieren of ongedierte) optreden, mag u het apparaat niet meer gebruiken.
Neem in dat geval contact op met het servicecentrum of met de fabrikant.
3.1.9 Laat het apparaat niet vallen, schud het niet en stel het niet bloot aan stoten.
02_SM_001-21_IFU_NL_AN_BDU751_Blutdruckmessgerät_2021-02-11
Donnerstag, 11. Februar 2021 11:49:45
NL
9