NL
17. Reiniging en verzorging
17.1
Tijdens de reiniging en verzorging mag de bloeddrukmeter niet ingeschakeld zijn.
17.2
Reinig de oppervlakken van de bloeddrukmeter voorzichtig met regelmatige tussenpozen (bijv. na elk 20ste ge-
bruik) met een zachte, licht met water bevochtigde doek en een beetje reinigingsalcohol. Let erop dat er geen vocht
in het apparaat binnendringt. Bij sterkere verontreinigingen kan een mild schoonmaakmiddel worden gebruikt.
Daarbij mag de bloeddrukmeter niet ingeschakeld zijn. Neem daarom vóór elke reiniging van het apparaat de
batterijen uit het apparaat. Laat de bloeddrukmeter aansluitend goed drogen. Gebruik geen chemische reinigings-
middelen of oplosmiddelen om de bloeddrukmeter schoon te maken.
Reinig de manchet met regelmatige tussenpozen (bijv. na elk 20ste gebruik). Manchet niet in water weken! Reinig
17.3
het oppervlak van de manchet met een zachte doek en wat reinigingsalcohol. Wis de manchet vervolgens met een
vochtige doek (water) af. Laat de manchet bij kamertemperatuur aan de lucht drogen.
Dompel de bloeddrukmeter niet in water of andere vloeistoffen.
17.4
17.5
Demonteer of repareer de bloeddrukmeter niet.
Dit kan technische ongevallen of lichamelijk letsel
veroorzaken.
17.6
Reinig en desinfecteer het apparaat en de manchet
voordat u deze overdraagt aan anderen, zodat geen
ziektes worden overgedragen.
44
02_SM_001-21_IFU_NL_AN_BDU751_Blutdruckmessgerät_2021-02-11
Donnerstag, 11. Februar 2021 11:49:45
REINIGING/ONDERHOUD