Hoofdstuk 1. Kennismaking met de computer
Vooraanzicht
a
Systeemstatus
indicatoren
b
Geheugenkaartsleuf
Opmerking: Voor meer informatie, raadpleegt u "Geheugenkaarten (niet meegeleverd) gebruiken" op
pagina 11.
Symbool Indicator
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Accepteert geheugenkaarten (niet meegeleverd).
Indicator
status
Aan
(continu wit)
Stroom
Knipperend
Uit
Aan
(continu wit)
Aan
(continu oranje)
Langzaam
knipperend
Batterij
(wit)
Langzaam
knipperend
(oranje)
Snel
knipperend
(oranje)
Oplaad
status
---
De computer is ingeschakeld.
De computer bevindt zich in de
---
slaapstand.
---
De computer is uitgeschakeld.
Bezig met
De accu is voor meer dan 80%
opladen
opgeladen.
Bezig met
De accu is voor meer dan 20%
ontladen
opgeladen.
Bezig met
De accu is tussen de 5% en 20%
ontladen
opgeladen.
De accu is tussen de 20% en 80%
opgeladen. Als de accu voor 80% is
Bezig met
opgeladen, stopt het lampje met
opladen
knipperen. Het opladen gaat echter
door totdat de accu volledig is
opgeladen.
De accu is voor minder dan 20%
Bezig met
opgeladen. Als de acculading 20%
opladen
bereikt, verandert de knipperende
kleur in wit.
Bezig met
De accu is voor minder dan 5%
opladen/Bezig
opgeladen.
met ontladen
10
Betekenis