8
|
Elektrische installatie
8.2.4 Specificaties van de standaardcomponenten van de bedrading
8.2.5 Elektrische bedrading aansluiten op de binnenunit
Uitgebreide handleiding voor de installateur
36
b
a
a Gevlochten geleider
b Ronde krimpklem
▪
Gebruik de volgende methodes om de draden te verbinden:
Draadtype
Éénaderige draad
Gevlochten geleider met
rond oog
▪
De aardingsdraad tussen de kabelbevestiging en de klem moet langer zijn dan de
andere draden.
Onderdeel
Kabel tussen de units (binnen↔buiten)
De elektrische bedrading moet worden uitgevoerd zoals beschreven in de
montagehandleiding
bedradingsvoorschriften of de reglementen.
1 Plaats de binnenunit op de haken van de montageplaat. Maak hierbij gebruik
van de " "-aanduidingen.
c b
A
A´
a
a Éénaderige draad met open lus
b Schroef
c Platte sluitring
c b
B
a
a Klem
b Schroef
c Platte sluitring
Toegelaten
NIET toegelaten
1-3
en
conform
met
Methode
AA´
c
a
a
b
c
B
4-aderige kabel
1,5 mm²~2,5 mm² en geschikt
voor 220~240 V
H05RN-F (60245 IEC 57)
de
nationale
FTXP20~35M5V1B9
Split-systeemairconditioners
4P519439-7S – 2021.12
elektrische