Inbedrijfname
Leeginregeling en volinregeling
12
Parameters voor correcte bedrijf van het instrument
D
Afstand (sensormembraan/product)
E
Leeginregeling = zero
F
Volinregeling = meetgebied
L
Niveau
BD Blokafstand
SD
Veiligheidsafstand
Functie leeginregeling (005)
Specificeer de afstand E van het sensormembraan = referentiepunt van de meting tot het
minimum niveau (nulpunt).
Torisferische kop of conische uitlaten: het nulpunt mag niet lager liggen dan het punt
waar de ultrasone golf de bodem van de tank raakt.
Functie blokafstand (059)
De blokafstand (BD) van de sensor wordt getoond.
Voer na de basisinstelling de veiligheidsafstand in de functie Veiligheidsafstand (015) in
Waarborg bij instelling van het volniveau, dat h et maximaal niveau de blokafstand niet
binnenkomt.
24
Prosonic M FMU42 HART
20 mA
100%
4 mA
0%
Endress+Hauser
A0038386