Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Opbouw Concentrisch Systeem; Plaatsen Concentrisch Systeem - Dru Metro 80XT RCH Installatiehandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Metro 80XT RCH:
Inhoudsopgave

Advertenties

Bijlage 2, Tabel 2. De doorvoer naar buiten kan zowel met een geveldoorvoer (C11) als met een dakdoorvoer (C31)
worden gemaakt. Eventueel kan gebruik gemaakt worden van een bestaand schoorsteenkanaal (zie paragraaf
5.8.4).
!Let op
Het concentrisch systeem wordt opgebouwd vanaf (de aansluitstomp van) het toestel.
Als door bouwkundige omstandigheden het concentrisch systeem eerst wordt geplaatst, kan het toestel later
eventueel met een telescopisch pijpstuk worden aangesloten.

5.8.2 Opbouw concentrisch systeem

Afhankelijk van de configuratie van het concentrisch systeem moet het toestel verder afgesteld worden met
eventueel een restrictieschuif en/of luchtinlaatgeleider.
Zie de Tabellen 4 en 6 voor het bepalen voor de juiste afstelling en paragraaf 'Afstellen toestel' voor de werkwijze.
!Tip
My Flue Assist is een webapplicatie van DRU om te controleren of een beoogd concentrisch systeem toelaatbaar is
en geeft advies over de afstelling van het toestel. Ga naar de DRU Service website voor My Flue Assist.
De informatie uit de installatiehandleiding is altijd leidend.
Het concentrisch systeem met geveldoorvoer of dakdoorvoer moet aan de volgende voorwaarden voldoen:
Bij gebruik van een geveldoorvoer (C11) geldt:
In Bijlage 2, Tabel 4 is standaard 1 bocht opgenomen in het concentrisch systeem, het is mogelijk extra bochten
!Let op
toe te voegen. Per extra bocht wordt de maximale toegestane horizontale lengte van het concentrisch systeem
verkort. Te weten:
Er dient altijd minimaal 1 meter verticaal op het toestel geplaatst te worden tenzij anders aangegeven in de tabel.
!Let op
Bij gebruik van een dakdoorvoer (C31) geldt:
In de onderstaande werkwijze is aangegeven hoe de toelaatbaarheid bij toepassing van een dakdoorvoer van een
concentrisch systeem wordt vastgesteld.
1) Tel het aantal benodigde 45° en 90° bochten (bochten van 15° en 30° zijn ook toegestaan).
2) Tel het totale aantal hele meters horizontale pijplengte.
3) Tel het totale aantal hele meters verticale en/of schuine pijplengte (exclusief dakdoorvoer).
4) Zoek in de eerste 2 kolommen van Tabel 5 het aantal benodigde bochten en de totale horizontale pijplengte.
5) Zoek in de bovenste rij van Tabel 5 de gewenste totale verticale en/of schuine pijplengte.
6) Een hokje met een letter betekent, dat het gekozen concentrische systeem toelaatbaar is.
7) Stel met behulp van Tabel 6 vast hoe het toestel afgesteld moet worden.

5.8.3 Plaatsen concentrisch systeem

!Let op
10
Gebruik uitsluitend het door DRU geleverde concentrische systeem. Dit systeem is samen met het toestel
gekeurd. DRU kan de goede en veilige werking van andere systemen niet garanderen en accepteert hiervoor
geen verantwoordelijkheid, of aansprakelijkheid.
Gebruik voor het aansluiten op een schoorsteenkanaal een aansluitset, deze is leverbaar door DRU.
Het concentrische systeem van DRU is bestemd voor binnenshuis en mag dus niet buitenshuis gebruikt
worden, met uitzondering van delen die hiervoor bestemd zijn, zoals dak- en muurdoorvoeren.
In Bijlage 2, Tabel 4 of 5 is te vinden of er en hoeveel minimale verticale lengte concentrische pijp
aangesloten dient te worden.
Bepaal de toelaatbaarheid van de gewenste configuratie.
De totale verticale pijplengte, bij toepassing van een geveldoorvoer, mag een maximale lengte hebben die
terug te vinden is in Bijlage 2, Tabel 4.
De minimale verticale pijplengte, bij toepassing van een geveldoorvoer, is terug te vinden in Bijlage 2,
Tabel 4.
De totale horizontale pijplengte, bij toepassing van een geveldoorvoer, mag een maximale lengte hebben
die terug te vinden is in Bijlage 2, Tabel 4 (exclusief geveldoorvoer; zie Bijlage 3, Afb. 5).
Een extra 90° bocht verkort de maximaal toegestane lengte van het concentrisch systeem met 2 meter.
Een extra 45° bocht verkort de maximaal toegestane lengte van het concentrisch systeem met 1 meter.
De opbouw van het gekozen systeem, bij toepassing van een dakdoorvoer, moet toelaatbaar zijn volgens
Bijlage 2, Tabel 5 (Zie de hieronder beschreven werkwijze).
Houd een afstand van minimaal 50 mm aan tussen de buitenkant van het concentrisch systeem en de
I N S T A LLA T I E H A N D L E I D I N G

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Metro 80xt tunnel rch

Inhoudsopgave