Beschikbare opties zijn: 00s, 15s, 30s, 45s, 60s, 2, 3, 4m
4.4.6 Alarmherstel
(fig. 4.4, locatie 06)
Hier kunt u de "alarmherstel" periode bepalen die begint
als een alarm naar de meldkamer wordt gerapporteerd.
Als de gebruiker binnen deze tijd het systeem weer
uitschakelt, wordt een "alarmherstel" bericht naar de
meldkamer verzonden.
Beschikbare opties zijn: 1, 5, 15, 60 minuten, 4 uur en
ook uitgeschakelde annulering.
4.4.7 Versneld inschakelen
(fig. 4.4, locatie 07)
Hier bepaalt u of het de gebruiker is toegestaan om
versneld in te schakelen. Indien versneld inschakelen is
toegestaan, zal het systeem geen gebruikerscode vragen
bij inschakeling.
De twee opties zijn: Versneld AAN en Versneld UIT.
4.4.8 Overbruggen
(fig. 4.4, locatie 08)
Hier bepaalt u of het handmatig overbruggen van zones
(via het GEBRUIKERSOPTIES menu) mogelijk is, of dat
het
systeem
"Geforceerd"
automatische overbrugging van open zones tijdens de
uitloopvertraging). De inschakeltoets dient twee keer
ingedrukt te worden als u de uitloop toon wilt annuleren
tijdens een geforceerde inschakeling. Als een zone
openstaat en geforceerd inschakelen niet is toegestaan,
verschijnt bij inschakelen: "NIET GEREED" en zal het
systeem niet inschakelen (Treurige melodie klinkt). Als u
hier
"geen
overbrugging"
overbruggen en geforceerd aan niet mogelijk.
Opties:
Handmatig
inschakelen of Geen overbrugging.
4.4.9 Uitloopmode
(fig. 4.4, locatie 09)
Hier bepaalt u of de uitloopvertraging herstart als de deur
weer
dichtgaat
en
oorspronkelijke
uitloopvertraging
uitloopvertraging herstarten is handig als de gebruiker
direct weer binnenkomt om iets te pakken wat hij vergeten
is. Er zijn drie soorten uitloopmodi beschikbaar:
Opnieuw – de uitloopvertraging herstart indien de deur
gedurende uitloopvertraging is geopend en weer sluit. De
herstart gebeurt maar één keer.
Laatste deur - zodra de deur wordt gesloten wordt de
uitloopvertraging automatisch gestopt (zelfs als de
uitloopvertraging nog niet voorbij is).
Normaal - de standaard uitloopvertraging gedurende de
gedefinieerde tijd, onafhankelijk van een open of gesloten
deur.
4.4.10 IN/UIT buzzer
(fig. 4.4, locatie 10)
Hier bepaalt u of pieptonen tijdens de in- en uitloop
vertraging zal luiden of uitgeschakeld zijn. Een derde optie
is om de pieptonen alleen uit te schakelen als het systeem
is ingeschakeld bij "DEEL" dus in de nachtelijke uren.
Opties (Partitie uit): buzzer aan, uit – uit bij deel en buzzer
uit.
Opties (Partitie aan):
thuis) en
(uitschakelen piept). De drukknoppen
,
en
bieden
corresponderende partities. Het herhaald drukken op elke
knop schakelt tussen elke optie.
14
kan
inschakelen
kiest,
zijn
handmatig
overbruggen,
Geforceerd
weer
opengaat
voordat
afloopt.
(inschakelen piept), H (uit indien
een
selectie
Let op: nadat de laatste uitloop piepjes zal de buzzer nog een
victorie (succesvol) piep geven dat er is ingeschakeld.
4.4.11 Storingsbuzzer
(fig. 4.4, locatie 11)
Bij een storing zal de buzzer elke minuut drie korte
pieptonen laten horen. Hier bepaalt u of deze speciale
pieptoon altijd hoorbaar zal zijn, niet hoorbaar of alleen
overdag hoorbaar zal zijn. De 3 opties zijn: buzzer aan,
uit nacht (vanaf 20.00 uur tot 7 uur) en buzzer uit.
4.4.12 Paniek alarm
(fig. 4.4, locatie 12)
Hier bepaalt u of de gebruiker een paniek alarm kan
veroorzaken door tegelijk de twee paniektoetsen (op het
toetsenbord van de PowerMax Express/ draadloze
bedienpaneel MKP-150) of de TOTAAL + DEEL toetsen
(op een keyfob zender) te drukken. Met de optie
luidalarm wordt de sirene geactiveerd en wordt ook een
melding verstuurd. Met stilalarm wordt alleen een
melding verstuurd maar geen sirene aangestuurd. De
opties zijn: stil alarm, luid alarm en Paniek uit.
4.4.13 Auto reset
(met
(fig. 4.4, locatie 13)
Hier bepaalt u hoe vaak iedere zone alarm kan slaan binnen
één ingeschakelde periode (dit geldt tevens voor storing en
sabotage meldingen van de detectoren, PowerMax
Express en draadloze sirene). Als het aantal alarmen
boven dit aantal komt, zal het systeem automatisch de
zone overbruggen om herhaaldelijk sirenegeluid en
meldingen naar de meldkamer of privé nummers te
voorkomen. De zone wordt weer actief als er is
uitgeschakeld, of 48 uur na overbrugging (als het systeem
ingeschakeld blijft).
Beschikbare opties zijn: max. 1 keer, max. 2 keer, max.
3 keer en geen auto reset.
Opmerking: Auto reset wordt bepaald voor het gehele
alarmeringssysteem en niet per partitie.
de
4.4.14 Duo zones
De
(fig. 4.4, locatie 14)
Hier bepaalt u of de "duo zones" optie wordt in- of
uitgeschakeld. Duo zones is een methode om vals alarm
tegen te gaan - het alarm gaat niet af tenzij twee
aangrenzende
geactiveerd.
Deze toepassing is alleen actief in de TOTAAL inschakeling
en alleen met zoneparen van zone nr. 18 tot 27 (18 en 19,
20 en 21, etc.). U kunt elk van deze zoneparen gebruiken
om een "duo zone" gebied te creëren.
Opmerking: indien een van de twee duo zones is
overbrugd zal de andere zone onafhankelijk blijven
functioneren (zie Para. 4.4.8).
Opmerking: elke 2 duo zones moeten van een van de
toegestane zone types zijn: Interieur, Omtrek, Omtrek volg).
De opties zijn: duo zones AAN en duo zones UIT.
Opmerking: Een algemene zone mag niet als een duo
zone worden gedefinieerd.
Duo zones kunnen niet worden toegepast in de inloop/
uitloop zones en 24 uur zones (Brand, Noodoproep, 24u
luid, 24u stil).
4.4.15 Supervisie
,
(fig. 4.4, locatie 15)
Hier bepaalt u de tijdslimiet voor het veroorzaken van een
van
de
supervisiealarm.
componenten niet binnen de tijdslimiet ten minste één of
zones
binnen
30
seconden
Als
één
van
de
worden
vaste
draadloze
D-302775