10 Shuntgestuurde bijverwarming
Met deze functie kan een externe bijverwarming (bijv.
op elektriciteit, hout, pellets, olie, gas of afstandsver-
warming) de verwarming ondersteunen.
De verwarmings- en warmtepompregelaar HPC stuurt
een omschakelklep (QN11) en een circulatiepomp
(GP10) aan via EP (Split).
Als de warmtepomp de gewenste aanvoertemperatuur
bij de externe aanvoersensor (BT25) niet kan berei-
ken, start de bijverwarming.
Als de verwarmingsketeltemperatuur op de boilersen-
sor (BT52) de ingestelde waarde overschrijdt, stuurt
de verwarmings- en warmtepompregelaar HPC een
signaal naar de omschakelklep (QN11) zodat de toe-
voerleiding uit de bijverwarming opent.
De omschakelklep (QN11) wordt zo geregeld dat de
feitelijke aanvoertemperatuur overeenkomt met de
theoretisch berekende instelwaarde van de verwar-
mings- en warmtepompregelaar HPC.
Als de verwarmingsvraag daalt tot er geen bijverwar-
ming meer nodig is, sluit de omschakelklep (QN11)
volledig.
De fabrieksinstelling voor de minimale looptijd van de
verwarmingsketel bedraagt 12 uur.
Basisschema's
„Shuntgestuurde bijverwarming", pagina 24
10.1 Montage
► Monteer de externe circulatiepomp (GP10) vol-
gens het basisschema.
8
Omschakelklep
A
► Monteer de omschakelklep (QN11) volgens het
basisschema op de aanvoer van het afgiftesys-
teem achter de warmtepomp.
1.
Sluit de warmtepompaanvoer met de externe bij-
verwarming via een T-stuk aan op aansluiting B
van de omschakelklep (sluit bij sluitersignaal).
2.
Sluit de aanvoer van het afgiftesysteem aan op de
gemeenschappelijke aansluiting AB van de om-
schakelklep (altijd geopend).
3.
Sluit de aanvoer van de externe bijverwarming
aan op de aansluiting A van de omschakelklep
(opent bij signaal van verbreekcontact).
Sensor
1.
Monteer de boilersensor (BT52) op een geschikte
plek in der externe bijverwarming.
2.
Monteer de externe aanvoersensor (BT25), ver-
bonden met de printplaat in de hydraulische unit,
op de aanvoer naar het afgiftesysteem na de om-
schakelklep (QN11).
3.
Plaats de sensor met kabelbinder, warmtegelei-
dingspasta en aluminiumband.
4.
Omwikkel de sensor met de meegeleverde isola-
tieband.
Technische wijzigingen voorbehouden | 83021500dNL | ait-deutschland GmbH
AB
B