Menu 5.6 – Geforceerde regeling
► Bepaal de geforceerde regeling van de verschil-
lende componenten in de hydraulische unit en in
de afzonderlijke toebehoren, die evt. aangesloten
zijn.
●
QZ1-AA5-K1
Activering van de hulprelais voor extra drinkwater
●
QZ1-AA5-K2
Signaal (sluiten) op omschakelklep (FQ1)
●
QZ1-AA5-K3
Signaal (openen) op omschakelklep (FQ1)
●
QZ1-AA5-K4
Activering van de circulatiepomp (GP11).
Technische wijzigingen voorbehouden | 83021500dNL | ait-deutschland GmbH
13 Actieve koeling in systeem
met vier leidingen
(alleen mogelijk bij Split-apparaten)
Deze functie maakt de besturing van koude-opwek-
king mogelijk.
Aan het koelsysteem wordt m.b.v. een circulatiepomp
(GP12) en via een omschakelklep (QN12) koude van
de warmtepomp gebracht.
Voor een onberispelijke werking van de installatie is
een vrije doorstroming naar het koelsysteem vereist
(bijv. met een expansievat voor de koeling).
De bedrijfsstand 'Koeling' wordt door de temperatuur
op de buitensensor (BT1) en evt. door de kamersen-
sor (BT50) met een afstandsbediening of een afzon-
derlijke kamersensor voor koeling (BT74) geactiveerd
(als bijv. twee verschillende ruimtes tegelijk verwarmd
resp. gekoeld moeten worden).
Bij koelvraag worden de omschakelklep voor koeling
(QN12) en de koelcirculatiepomp (GP10) geactiveerd.
De koeling wordt geregeld door de koelsensor (BT64)
en een gewenste koelwaarde, gebaseerd op de gese-
lecteerde koelcurve.
Als toebehoren is een koelomschakelklep nodig.
Basisschema
„Shuntgestuurde
bijverwarming",
na 24
13.1 Montage
► Isoleer leidingen en andere koude oppervlakken
met diffusiebestendig materiaal om condensvor-
ming te vermijden.
► Installeer ventilatorconvectoren met drupschaal
en condensaataansluiting bij een hoge koelbe-
hoefte.
vanaf
pagi-
19