4.3 ZONE TYPES, NAMEN, DEURBELFUNCTIE en PARTITIES
4.3 ZONE TYPES, NAMEN, DEURBELFUNCTIE en PART
4.3 ZONE TYPES, NAMEN, DEURBELFUNCTIE en PART
4.3 ZONE TYPES, NAMEN, DEURBELFUNCTIE en PART
In dit menu kunt u n van de 15 zonetypes aan alle 29
(draadloze en bekabelde) zones van het systeem
toewijzen. Bovendien kunt u een naam en partitienummer
(maximaal drie in een PowerMax Express-partitiesysteem)
toewijzen aan elke zone, en bepalen of de zone als een
deurbelzone functioneert (alleen indien het systeem is
uitgeschakeld of ingeschakeld als Thuis). Als een
deurbelzone wordt geactiveerd, klinkt de deurbelmelodie of
de zonenaam (er zijn twee deurbelstanden: melodiebel of
deurbel uit).
*
De huidige opgeslagen optie wordt aangegeven met een donker vakje aan de rechterkant. Om de opties te zien drukt u
herhaaldelijk op de
(een donker vakje verschijnt aan de rechterkant).
** Sleutel Aan/Uit is een optionele functie die u in staat stelt het systeem in of uit te schakelen via zones 21-28, 29 of 21-29, op
voorwaarde dat deze zones voorgedefinieerd zijn als Geen alarm.
Voordat sleutelzones worden ingeschakeld, moeten de volgende procedure uitgevoerd worden:
1. Ga naar menu 2. INLEREN en leer de zender in (zie deel 4.2 voor verdere instructies).
2. Ga naar menu 4. Centrale en open submenu 39. Sleutelzones. Selecteer de gewenste sleutelzoneoptie. Druk na uw
selectie op de knop
Alleen beschikbaar en ingeschakeld op vraag van de klant.
12
Figuur 4.3 - Zone programmeerschema
toets of de
toets, totdat de gewenste optie wordt getoond, druk vervolgens op
op het keypad (zie deel 4.4 voor verdere instructies).
In tabel 1 is een lijst met de fabrieksinstellingen voor elke
zone.U kunt ook van tevoren de lege kolommen invullen
en uw programmering volgen.
Aandacht!
Een vertraagde zone is per definitie ook een omtrek zone.
Alle zonetypes worden beschreven in Bijlage E.
D-303523 PowerMax Express Installatiehandleiding
ITIES
ITIES
ITIES
I
OK