4 Selecteer de printer die u wilt installeren uit de printerlijst en klik op
Volgende. Als de printer van uw keuze niet in de lijst staat vermeld,
vernieuwt u de lijst door op Vernieuwen te klikken of u klikt op Printer
toevoegen zodat u zelf een printer aan de lijst kunt toevoegen. Op dit punt
kunt u het IP-adres en de poortnaam invoeren.
Als u deze printer hebt geïnstalleerd op de servercomputer, markeert u het
keuzevakje Ik ben deze printer aan het installeren op de server.
OPMERKING:
installatieprogramma. U kunt pas verder als u een geldig IP-adres hebt
ingevoerd.
OPMERKING:
een Windows veiligheidswaarschuwing getoond:
Windows Vista
•
Windows Vista 64-bit Edition
•
Windows Server 2008
•
Windows Server 2008 64-bit Edition
•
Windows Server 2008 R2 64-bit Edition
•
Windows 7
•
Windows 7 64-bit Edition
•
Klik op Blokkering opheffen of Toegang toestaan (voor Windows
Server 2008 R2 en Windows 7) om verder te gaan met het installeren
van het host-based printerstuurprogramma.
5 Kies de printerinstellingen en klik op Volgende.
Voer de printernaam in.
a
Als u wilt dat andere gebruikers van dit netwerk deze printer kunnen
b
gebruiken, selecteert u Deel deze printer met andere computers op
het netwerk en typt u een voor iedereen te herkennen naam voor de
printer.
Als u een printer als standaardprinter wilt instellen, selecteert u het
c
keuzevakje Stel deze printer in als de standaardprinter.
6 Selecteer de software en de documentatie die u wilt installeren en klik op
Volgende. U kunt de mappen kiezen waarin u de Dell-software en -
documentatie wilt installeren. Klik op Bladeren als u de mappen wilt
wijzigen.
Installeren van printerdrivers op computers waarop Windows draait
Bij gebruik van AutoIP verschijnt 0.0.0.0 in het
Als u één van de volgende besturingssystemen gebruik, wordt
59