GEBRUIKSAANWIJZING Draaimomentmeter PCE-FB TW Serie
11 Meetfuncties
11.1 Meting van standaard- en peakwaarden
Het meetapparaat voert bij het opstarten automatisch een nulstelling door. U kunt het apparaat te
allen tijde manueel op nul zeten, door in het meetscherm op de ENTER ►0◄ toets te drukken.
Het huidige draaimoment wordt op het display
weergegeven. Gelijktijdig wordt de richting
weergegeven, middels een pijl, in de statusbalk
onderin het display.
Om peakwaarden (MIN/MAX) te meten drukt u op de
PEAK ▲toets. Het stabiliteitssymbool verdwijnt en op
het display verschijnt „LOCK". De peakwaarden
worden vanaf de eerste activatie van de functie
geregistreerd en zijn ook na het deactiveren van de
functie te bekijken, door de functie opnieuw te
starten. Om de peakwaarden te resetten drukt u op
de ENTER ►0◄toets, wanneer de peakfunctie
geactiveerd is. Er zijn drie verschillende PEAK
weergavemodi. Met de PEAK ▲ toets kunt u
schakelen tussen de modi:
PEAK ↕:
De hoofdweergave toont de MIN of MAX waarden,
afhankelijk van welke draaimomentrichting op dit
moment in werking is.
Aanvullende worden de MIN en MAX waarden
onderin de statusbalk weergegeven.
PEAK ↑:
De hoofdweergave toont de MAX waarde. Links
onderin wordt de MIN waarde weergegeven.
Rechts onderin wordt de actuele meetwaarde
getoond.
In de deze modus wordt nu de MAX waarde
geregistreerd of geactualiseerd.
PEAK ↓:
De hoofdweergave toont de MIN waarde. Rechts
onderin het display wordt de actuele meetwaarde
weergegeven.
Links onderin het display wordt de actuele
meetwaarde weergegeven.
In deze modus wordt de MIN waarde geregistreerd of
geactualiseerd.
12