❚❚ TCP/IP
Als het netwerk is geconfigureerd om
automatisch IP-adressen te verstrekken,
selecteer dan Inschakelen voor Verkrijg
automatisch. Selecteer anders Uitschakelen
en voer de volgende informatie in:
• Adres/Masker: Voer een IP-adres en
subnetmasker in.
• Gateway: Als het netwerk een gateway-adres vereist, selecteer
Inschakelen en voer het adres in dat is meegeleverd door de
netwerkbeheerder.
• Domeinnaamserver (DNS): Als het netwerk over een domeinnaamserver
beschikt, selecteer Inschakelen en voer het adres in dat door de
netwerkbeheerder is meegeleverd.
❚❚ FTP
Bewerk de volgende ftp-instellingen:
• Servertype: Kies ftp of sftp en voer de URL of het
IP-adres (vereist), de doelmap en het
poortnummer in.
• PASV-stand: Selecteer Inschakelen om de
PASV-stand in te schakelen.
• Anoniem inloggen: Selecteer Inschakelen om anoniem in te loggen of
selecteer Uitschakelen om een Gebruikers-ID en Wachtwoord op
te geven.
• Proxyserver: Als een proxyserver is vereist voor ftp, selecteer dan
Inschakelen en voer het adres en het poortnummer voor de
proxyserver in.
88
Menugids