Nederlands
❏
Gebruik dit product niet in een omgeving waar ontvlambare gassen of explosieve gassen
aanwezig kunnen zijn. Geen spuitbussen met brandgevaarlijk gas in of bij dit product gebruiken.
Dat kan brand veroorzaken.
❏
De kabels niet op een andere wijze aansluiten dan als vermeld in deze handleiding. Dat kan brand
veroorzaken. Het kan ook andere apparaten beschadigen.
(
"Het netsnoer aansluiten" op pagina 14
U
❏
Raak alleen de gebieden aan binnen het product die staan aangegeven in deze handleiding. Dit
kan een elektrische schok of brandwonden veroorzaken.
❏
Steek geen metalen of ontvlambare materialen in dit product en zorg ervoor dat ze ook niet in het
product kunnen vallen. Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
!
LET OP:
❏
Sta niet toe dat iemand op dit product staat of er zware objecten op plaatst. De apparatuur kan defect
raken of in elkaar klappen, wat breuk en eventueel letsel kan veroorzaken.
❏
Installeer de kabels en optionele producten in de juiste richting en op de juiste manier. Een verkeerde
installatie kan brand of letsel veroorzaken. Volg de instructies in deze handleiding om ze juist te
installeren.
(
U
"Het netsnoer aansluiten" op pagina 14
❏
Schakel het product uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u het verplaatst, en zorg ervoor dat
alle kabels zijn verwijderd. Als u dit niet doet kan een kabel beschadigd raken, wat een elektrische schok of
brand kan veroorzaken.
❏
Het product niet gekanteld, rechtopstaand of ondersteboven opslaan of vervoeren. Hierdoor kan de inkt
lekken.
Waarschuwingen betreffende de inktcartridge
!
LET OP:
❏
De inktcartridges die u kunt gebruiken variëren afhankelijk van het product modelnummer. Gebruik een
inktcartridge die overeenkomt met het modelnummer van uw printer.
(
"Specificaties" op pagina 35
U
❏
Raak de IC chip op de inktcartridge niet aan. Dit kan bediening/afdrukstoringen veroorzaken.
❏
Dit product gebruikt inktcartridges voorzien van een IC chip, de chip houd de hoeveelheid inkt bij die is
gebruikt door elke cartridge. Cartridges kunnen gebruikt worden zelfs als ze zijn verwijderd en opnieuw
worden geïnstalleerd. Maar als een inktcartridge met weinig inkt wordt verwijderd en opnieuw wordt
geïnstalleerd, kan deze niet meer gebruikt worden. Elke keer wanneer een inktcartridge wordt
geïnstalleerd, wordt een klein beetje inkt gebruikt omdat het product automatisch controleert of de
inktcartridge goed functioneert.
❏
Installeer alle inktcartridges. Afdrukken is niet mogelijk als één van de cartridges ontbreekt.
❏
Omdat inktcartridges zijn ontworpen te stoppen met functioneren voordat de inkt helemaal op is, om de
kwaliteit van de printkop te behouden, blijft er wat inkt achter in de gebruikte inktcartridge.
❏
Alle kleuren inkt worden gebruikt voor onderhoud, als een inktcartridge wordt vervangen en voor het
reinigen van de printkop.
❏
Schakel het product niet uit en open de inktcartridgekap niet tijdens het laden van inkt (
knippert). Als de inktcartridgekap wordt geopend moet de inkt opnieuw worden geladen, hierdoor wordt
er meer inkt verbruikt. Het kan ook een afdrukstoring veroorzaken.
,
"De interfacekabel aansluiten" op pagina 14
,
"De interfacekabel aansluiten" op pagina 14
,
"Inktcartridge" op pagina 36
)
)
)
(Power) LED
4