Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Tips Om Te Starten Bij Koud Weer; Maaien Op Ongelijk Terrein; Stoppen Van De Motor - EuroGarden 721D2 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Plaats de sleutel in de START positie.
Laat de sleutel onmiddellijk terugveren
wanneer de motor aanslaat.
Controleer of de oliedruk-, accu- en
remlamp uit zijn. Als een lamp
aanblijft doet er zich een probleem
voor in het systeem.
Warm de motor een paar minuten met
half gas op.
BELANGRIJK
Wanneer de motor niet
seconden start nadat u het contact heeft
omgedraaid, stop dan met starten en wacht
30 seconden. Herhaal het starten (inclusief
het voorgloeien). Wanneer de machine niet
wil starten nadat u getankt heeft of nadat
hij een tijd buiten gebruik is geweest, lees
dan het hoofdstuk over motorprobleem
oplossing in deze handleiding. Laat de
startmotor nimmer onafgebroken draaien
voor een periode langer dan 30 seconden.
Laat de machine altijd warm draaien,
ongeacht het seizoen. Het belasten van een
koude motor verkort de levensduur.
TIPS OM TE STARTEN BIJ KOUD
WEER
Gebruik olie met de juiste viscositeit voor de
verwachte
temperatuur
motorhandleiding).
Zet het gas half open bij het starten.
Gloei langer voor bij dieselmotoren (lees de
motorhandleiding).
Een warme accu heeft een betere start
capaciteit dan een koude accu.
Gebruik speciale winterbrandstof. Dit is beter
voor het starten in de winter dan overgebleven
zomerdiesel.

MAAIEN OP ONGELIJK TERREIN

WAARSCHUWING
Wees voorzichtig met maaien op ongelijk
terrein.
Gebruik de machine niet op steile hellingen.
Gebruik op stelle hellingen kan ervoor
zorgen dat de machine niet meer te besturen
is of dat hij kantelt wat levensgevaarlijk kan
zijn.
binnen tien
(lees
de

STOPPEN VAN DE MOTOR

Gebruik de machine niet op steile
hellingen. Deze machine is niet ontworpen
om op steile hellingen gebruikt te worden.
De bestuurder is verantwoordelijk voor
veilig gebruik op hellingen. Alleen de
bestuurder kan de stabiliteit van de
machine op een helling bepalen op basis
van de situatie die zich voordoet: de
snelheid en de richting van de machine,
variatie in hellingen, gladheid, gaten,
obstakels, afgronden enz.
Om te kijken of een steile helling gemaaid
kan worden, probeer dan eerst achteruit de
helling op te rijden. Als u er niet achteruit
op kan rijden, ga er dan ook niet op
maaien.
Begin bij een helling altijd van onderen te
maaien. De machine heeft meer grip
wanneer hij voorwaarts de helling oprijdt
dan wanneer hij dat achterwaarts doet.
Wees daarom voorzichtig wanneer u de
machine voorwaarts in een moeilijke
positie wilt sturen waardoor de machine
mogelijk niet genoeg grip heeft om hem in
zijn achteruit uit te rijden.
Verlies van
grip kan ook voorkomen
wanneer de machine de helling afrijdt
omdat meer gewicht van de machine op de
voorwielen wordt geplaatst waardoor de
aandrijfwielen kunnen gaan slippen.
Vermijd plotseling stoppen en versnellen
wanneer de machine opwaarts rijdt omdat
de machine dan achterover kan kantelen.
Maai geen hellingen wanneer het gras nat
is want een gladde ondergrond zorgt voor
minder grip om op te trekken of te remmen
waardoor het stuurgedrag beïnvloed wordt.
Wees voorzichtig bij het maken van
bochten. Verminder de snelheid van de
maaier bij het maken van scherpe bochten.
De maaier kan gaan tollen wanneer de ene
stuurhendel te veel voor of achter de
andere geplaatst wordt.
Kijk goed om u heen en verzeker u dat uw
omgeving leeg is alvorens een bocht te
maken of achteruit te rijden.
18

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

722d2928d2

Inhoudsopgave