2.
U hebt de optie om de [Geavanceerd]-knop aan te raken om de Geavanceerde
instellingen per taak in te stellen.
3.
Tik op [>].
Rond de jobomschrijving af en start de job (zie
starten) of stel de Tellers in (zie
Jobinstellingen (per job)
De jobinstellingen van het ´Geavanceeerde instellingen´-menu geven de instellingen weer
waarmee de afhandeling van jobs kan worden verbeterd:
• Flapsluiterverschuiving: als u de verzegeling van specifieke enveloppen wilt
verbeteren, kunt u het moment van verzegelen vertragen of versnellen. U voert het
aantal pulsen in. Een minuswaarde betekent dat de verzegeling wordt versneld en
een pluswaarde betekent dat de verzegeling wordt vertraagd. U kunt een getal tussen
-20 en 20 invoeren.
• Systeemuitvoer: modus 1 modus 2
Modus 1 richt zich op de veelzijdigheid van papierparameters (papierdikte,
documentlengte), dat wil zeggen, op een correcte verwerking zelfs onder extreme
papieromstandigheden. Modus 2 is de standaardmodus en richt zich op hoge
De jobomschrijving afronden en de job
instellingen
teller).
4
29