Inhoudsopgave
Advertenties
Parameter 80
▷ Afhankelijk van de instelling van parameter 80
vindt de buscommunicatie met of zonder adres-
controle plaats.
▷ Via BCSoft de waarde voor parameter 80 con-
troleren en eventueel aanpassen.
Parameter
Naam
Nr.
Mogelijke waarden voor buscommunicatie
Veldbuscommunicatie
0 = Uit
80
1 = Met adrescontrole
2 = Zonder adrescontrole
▷ Verdere aanwijzingen voor de parameterinstel-
ling, zie de bedieningshandleiding BCU 56x, 580,
BCU 570 of FCU 500, hoofdstuk "Instellen".
Parameter 80 = 0:
Veldbuscommunicatie Uit
▷ De veldbuscommunicatie is uitgeschakeld. Met
BCSoft kan het apparaat verder via Ethernet
worden gebruikt.
Parameter 80 = :
Veldbuscommunicatie met adrescontrole
▷ De apparaatnaam/netwerknaam luidt in leve-
ringstoestand:
bv. voor FCU 500: "fcu-500-xxx" ("not-assigned-
fcu-500-xxx" bij configuratie via engineering-tool),
bv. voor BCU 570: "bcu-500-xxx" ("not-
assigned-bcu-570-xxx" bij configuratie via
engineering-tool).
De opeenvolgende tekens xxx staan
voor
het
op
van de BCM 500 ingestelde adres
(xxx = adres in het gedeelte 001 tot FEF).
xxx = 02A
FCU: fcu-500-xxx
BCU: bcu-570-xxx
▷ De uitdrukking "not-assigned-" moet gewist
worden.
▷ Voor de apparaatnaam/netwerknaam (bv. fcu-
500-xxx) kan een individueel deel van de naam
gezet worden (bv. "Zone1-fcu-500-xxx").
de
codeerschakelaars
=> fcu-500-02A
=> bcu-570-02A
▷ De apparaatnaam moet minstens uit de uitdruk-
king bestaan:
bv. voor FCU 500: "fcu-500-xxx",
bv. voor BCU 570: "bcu-570-xxx".
▷ Het via de codeerschakelaars ingestelde adres
op de BCM moet met het in de netwerkconfigu-
ratie van het automatiseringssysteem ingevoerde
adres (xxx) overeenstemmen.
▷ Na verandering van de codeerschakelaarstand
moet de besturingseenheid uit- en weer inge-
schakeld worden om de nieuwe adresstand over
te nemen.
4 Profinet-communicatie in bedrijf stellen.
▷ Wanneer op het display van de besturingseen-
heid de foutmelding
de veldbuscommunicatie niet in bedrijf gesteld
worden, zie daartoe ook pagina 6 (Hulp bij
storingen). De besturingseenheid kan verder via
zijn digitale ingangen (klemmen 1 tot 4, 44 en 50)
gebruikt worden.
Parameter 80 = :
Veldbuscommunicatie zonder adrescontrole
▷ De apparaatnaam/netwerknaam kan naar wens
gekozen worden.
4 Veldbuscommunicatie in bedrijf stellen.
▷ Wanneer op het display van de besturingseen-
heid de foutmelding
de Profinet-communicatie niet in bedrijf gesteld
worden, zie daartoe ook pagina 6 (Hulp bij
storingen). De besturingseenheid kan verder via
de digitale ingangen aangestuurd worden.
NL-5
0
4
tot
knippert, kan
4
0
tot
knippert, kan
Advertenties
Inhoudsopgave
