Inbouwen
▷ Inbouwpositie: rechtop, liggend of gedraaid naar
links of rechts.
▷ De bevestiging van de BCM is ontworpen voor
horizontaal geplaatste montagerail 35 × 7,5 mm.
G1
G2
G3
XXX ADR
▷ Bij verticale uitlijning van de montagerail zijn
eindhouders nodig (bijv. Clipfix 35 van de firma
G1
G2
Phoenix Contact), om het verschuiven van de
G3
XXX ADR
besturingseenheid te voorkomen.
▷ In een schone omgeving (bijv. schakelkast) in-
bouwen, met een beschermingswijze ≥ IP 54.
Daarbij is geen condensatie toegestaan.
Installatie spanningsvrij maken.
2
OPGELET
De contactlijst van de BCM en de contactbus van
de FCU/BCU bij het inbouwen niet aanraken. Door
elektrostatische oplading (ESD) kan de elektronica
van de apparaten beschadigd worden.
FCU/BCU
3
PE
▷ Let op een goede aardleiding tussen montagerail
en PE-contact van de BCM.
4
OPGELET
De BCM bij het opschuiven op de besturingseen-
heid (FCU of BCU) niet kantelen. Anders kan de
contactlijst (18-pins) beschadigd worden. Voor een
veilige bevestiging moeten de twee vergrendelnok-
ken van de BCM op de besturingseenheid goed
vastklikken.
Bedraden
Installatie spanningsvrij maken.
▷ Voor leidingen en stekkers uitsluitend componen-
ten gebruiken, die aan de betreffende veldbus-
specificaties voldoen.
▷ RJ45-stekker met afscherming gebruiken.
▷ Kabellengte: max. 100 m tussen 2 deelnemers.
▷ Profinet-installatierichtlijnen, zie www.profibus.com.
▷ Modbus-specificaties, zie www.modbus.org.
BCM 500 op de veldbus van een automatise-
ringssysteem aansluiten.
NL-3