8.6 Het 0-punt van de verticale hoek afstellen
Indien bij het meten van de verticale hoek van doel A bij de telescooppositie-
instelling normaal (direct) en achteruit het totaal van de normale en tegen-
gestelde metingen geen 360° (ZENIT-0) is, is de halve afstand vanaf 360°
de fout vanaf de gecorrigeerde 0-instelling. Voer de afstelling uit. Aangezien
de aanpassing van de 0-instelling van de verticale hoek het criterium is voor
de bepaling van het oorsprongcoordinaat van het instrument, dient u uiterst
voorzichtig te zijn bij het afstellen.
1
Stel het instrument met behulp van het buisniveau nauwkeurig
waterpas.
2
Zet terwijl u op [0SET] drukt de stroom AAN.
3
Collimeer doel A nauwkeurig vanuit de telescoop in de normale
instelling.
4
Druk op de [0SET] toets.
5
Collimeer doel A met de telescoop in de tegengestelde instelling.
6
Druk op de [0SET] toets.
Voer na het instellen van de gemeten waarden de normale
hoekmeting uit.
7
Schakel de voedingsschakelaar uit.
Bij een bedieningsfout verschijnt er een foutmelding op het
display. Herhaal bovenstaande procedure vanaf het begin.
Controleer of het totaal van het normale en tegengestelde
hoekverloop 360
tegengestelde posities wordt uitgericht.
V
STEP-1
V
STEP-2
°
is, terwijl het doel A vanuit de normale en
43
SET