Algemene voorzorgsmaatregelen
Controleer voordat u begint met het werk of met het inzetten van het
instrument, of dit goed functioneert en normale resultaten oplevert.
Dompel het instrument niet onder in water.
Het instrument mag niet worden ondergedompeld in water.
Het instrument is ontworpen op basis van de International Standard IP66 en
is dus bestand tegen normale regenval.
Het instrument op een statief opstellen
Gebruik bij het monteren van het instrument op een statief indien mogelijk
een houten statief. De nauwkeurigheid van de meting kan worden beïnvloed
door de trillingen die zich bij het gebruik van een metalen statief kunnen
voordoen.
Het stelschroevenblok installeren
Verkeerde installatie van het driearmige object kan de nauwkeurigheid van
de meting beïnvloeden. Controleer regelmatig de stelschroeven op het
stelschroevenblok. Controleer of de bevestigingshendel van het onderstuk is
vergrendeld en de bevestigingsschroeven van het onderstuk goed zijn
aangedraaid.
Het instrument tegen stoten beschermen
Zorg bij het transporteren van het instrument voor enige bescherming om de
kans op stoten zo klein mogelijk te maken. Hard stoten kan leiden tot
verkeerde metingen.
Het instrument dragen
Draag het instrument altijd aan het handvat.
Het instrument aan extreme hitte blootstellen
Stel het instrument niet langer dan noodzakelijk aan extreme hitte bloot.
Dit kan de werking nadelig beïnvloeden.
Plotselinge temperatuurveranderingen
Iedere plotselinge temperatuurverandering van het instrument of het prisma
kan leiden tot verkleining van het meetbereik, bijvoorbeeld als het instrument
uit een verwarmd voertuig wordt gehaald. Gun het instrument de tijd om aan
de omgevingstemperatuur te wennen. Zorg indien een zeer grote
meetnauwkeurigheid is vereist dat het instrument en het statief in de
schaduw staan.
2