Inbouw
Inbouwinstructies
Opgelet
De afdichtingvlakken van de tanksok of het flensdeksel moeten in een technisch
n
optimale conditie verkeren!
Alleen de meegeleverde afdichtingring 33 x 39, vorm D, DIN 7603, 2.4068, blank
n
gegloeid mag worden gebruikt!
Schroefdraad niet met hennep of PTFE-band afdichten!
n
Geleidbaarheidselektrode horizontaal of schuin inbouwen. De meetoppervlakken
n
moeten constant zijn ondergedompeld.
De gegeven aandraaimomenten moeten absoluut worden aangehouden.
n
Aansluitbehuizing niet in de warmte-isolatie van de ketel opnemen!
n
LRG 16-40, LRG 17-40
Tussen het onderste uiteinde van de meetbuis en de ketelwand, de rookkanalen,
n
andere metalen ingebouwde onderdelen en het laatste waterpeil (LW) moet een
afstand van ca. 30 mm worden aangehouden.
Meetelektrode en meetbuis kunnen niet worden ingekort.
n
LRG 16-41
Tussen het onderste uiteinde van de meetelektroden en de ketelwand, de rookkana-
n
len, andere metalen ingebouwde onderdelen en het laatste waterpeil (LW) moet een
afstand van ca. 60 mm worden aangehouden.
De meetelektroden kunnen niet worden ingekort.
n
Vermijd harde stoten tegen de meetelektroden.
n
Opmerking
De beproeving van de ketelsok met aansluitflens moet in het kader van de ketelbe-
n
proeving worden uitgevoerd.
Op pagina's 17/18 zijn meerdere inbouwvoorbeelden gegeven.
n
Geleidbaarheidselektrode monteren
1 Afdichtoppervlakken op tanksokken of flensdeksel (zie fig. 2, 3, 4) controleren.
Indien nodig overeenkomstig de specificaties van de tekening nabewerken.
2. Meegeleverde afdichtingring A op het afdichtingsoppervlak van de geleidbaarheidselektrode
plaatsen.
3 Schroefdraad van de geleidbaarheidselektrode met een kleine hoeveelheid siliconenvet insmeren.
4 Geleidbaarheidselektrode in de tanksok of flensdeksel schroeven en met steeksleutel SW 41
vastdraaien. Het aandraaimoment is in koude toestand 150 Nm.
16