8
Storingen verhelpen
Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de meest voorkomende
kwesties die kunnen optreden met het toestel. Neem contact
Probleem
Het toestel schakelt niet in, wanneer de
toets ON/OFF wordt ingedrukt.
Het toestel werkt slechts een korte perio-
de.
Het toestel schakelt snel aan en uit.
Het toestel werkt in klimatiseringsmodus,
maar koelt de ruimte niet voldoende.
Vieze geuren tijdens bedrijf.
Stof komt uit de luchtuitlaat.
Het toestel is lawaaiig en trilt te veel.
Cool 4000 – 6721875497 (2023/09)
op met een geautoriseerde servicetechnicus, wanneer de op-
lossing niet is opgenomen in de onderstaande tabel.
Mogelijke oorzaak
Het toestel is niet aangesloten op de con-
tactdoos.
Er is geen spanning.
Een interne veiligheidsinrichting voor-
komt dat het toestel wordt herstart binnen
vier minuten na de laatste keer uitschake-
len.
De kamertemperatuur is lager dan de inge-
stelde temperatuur.
Er zijn bochten of beknellingen in de lucht-
uitlaatslang.
Iets voorkomt dat de lucht wordt afge-
voerd.
Het luchtfilter is vervuild.
Slechte omgevingsomstandigheden: ra-
men, deuren en/of gordijnen zijn open.
Slechter omgevingsomstandigheden: de
ruimte bevat krachtige warmtebronnen.
Het luchtfilter is vervuild.
Verkeerde temperatuurinstelling.
Compressor stopt.
Luchtinlaten en/of luchtuitlaten zijn ge-
blokkeerd.
De technische specificatie van het toestel
is niet voldoende voor de afmetingen van
de ruimte waarin deze zich bevindt.
Vieze geuren in de lucht kunnen het toe-
stel binnenkomen en wordt verspreid.
Het luchtfilter is vervuild.
Stof kan zich ophopen in het toestel wan-
neer deze is gestopt gedurende langere
tijd en niet is afgedekt.
De bodem is niet waterpas.
Het luchtfilter is vervuild.
Storingen verhelpen
Oplossing
Sluit het toestel aan op de contactdoos.
Controleer of een aardschakelaar is aan-
gesproken en reset deze indien dit het ge-
val is. Anders wachten.
Wanneer u het toestel uitschakelt, moet u
4 minuten wachten voordat u deze her-
start.
Reset de ingestelde temperatuur.
Plaats de luchtuitlaatslang correct, houd
deze zo kort mogelijk en vrij van bochten.
Controleer en verwijder alle obstakels die
de luchtafvoer tegenwerken.
Schakel het toestel uit en reinig het filter.
Sluit deuren, ramen en gordijnen.
Warmtebron wegnemen.
Schakel het toestel uit en reinig het filter.
De ingestelde temperatuur moet lager zijn
dan de omgevingstemperatuur.
Wacht circa 4 minuten en luister of de
compressor herstart wanneer deze is in-
gesteld in klimatiseringsmodus.
Controleer en verwijder alle obstakels in
de luchtinlaat en/of luchtuitlaat.
Bevestig dat het koelvermogen voldoende
is voor de ruimte waarin deze staat opge-
steld.
Schakel het toestel uit en reinig het filter.
Plaats het toestel op een vlak, waterpas
oppervlak.
Schakel het toestel uit en reinig het filter.
21