4.4.1
Installatieprocedure
1 1 Bereid de plaats voor waar de unit wordt gemonteerd.
Let op dat de plaats vlak en waterpas is en het ge-
wicht van de unit kan dragen. Volg bij de installatie de
lokale wet- en regelgeving.
Installeer de unit zo dat deze in een hoek van 0-3° af-
loopt naar de condenswatersafvoeraansluitingen.
2 2 Zet de unit op zijn plaats.
Waarschuwing
Let bij de montage en het onderhoud op
scherpe kanten. Zorg ervoor dat een
geschikte hefinstallatie wordt gebruikt.
Draag beschermende kleding.
3 3 Sluit de unit aan op de netvoeding met de werkscha-
kelaar (veiligheidsschakelaar) die bij levering in de
unit is bijgesloten. De bedrading wordt rechtstreeks
naar de elektrische schakelkast geleid. Houd er reke-
ning mee dat de elektrische kast gekanteld kan wor-
den voordat de bedrading erheen wordt geleid.
Zie bijgesloten bedradingsschema en hoofdstuk
4.7.2.2 voor meer informatie.
Waarschuwing
De elektrische aansluiting van de unit op de netvoeding moet vooraf worden gegaan door een juiste
werkschakelaar met een minimale opening van 3 mm.
Gevaar
• Controleer of de netvoeding naar de unit is ontkoppeld, voordat onderhouds- of elektrische
werkzaamheden worden verricht!
• Alle elektrische aansluitingen moeten door een bevoegde installateur en volgens de lokale wet- en
regelgeving worden verricht.
12591713 | A006
11
Installatie |