4. Installatie
4 Installatie
4.1 Installatievoorschriften
De installatie moet worden uitgevoerd volgens de
geldende wettelijke voorschriften, de regels van goed
vakmanschap en de aanwijzingen in deze handleiding.
4.1.1
In het bijzonder voor Frankrijk:
Verwarmingsinstallaties moeten zo ontworpen en gemonteerd
worden, dat het terugstromen van verwarmingswater of van daaraan
toegevoegde
producten
drinkwaterleiding vermeden wordt. De installatie mag niet in direct
contact staan met de drinkwaterleiding (artikel 16-7 van het
Departementaal gezondheidsreglement).
Wanneer deze installaties voorzien zijn van een vulsysteem dat op
het drinkwaternet kan worden aangesloten, omvatten zij een
beveiligingssysteem van het type BC (stroomverbreker met
verschillende, niet controleerbare drukzones) die voldoen aan de
functie-eisen van de norm NF NF P 43-011.
WONINGEN
Reglementaire
installatie-
raadplegen:
Het toestel moet door een erkend installateur geïnstalleerd en
onderhouden worden volgens de geldende regelgeving inzake goed
vakmanschap:
- Besluit van 27 april 2009 ter wijziging van het besluit van 2
augustus 1977
Technische regels en veiligheidsregels m.b.t. installaties op
brandbare gassen en vloeibare koolwaterstoffen die zich in woningen
en bijgebouwen bevinden.
- Norm NBN D51-003
Gasinstallaties.
- Departementale sanitaire regelgeving
Voor toestellen die op het lichtnet zijn aangesloten:
- AREI - Elektrische installaties met laagspanning - Voorschriften.
4.1.2
In het bijzonder voor Duitsland
Neem de volgende normen, voorschriften en richtlijnen in acht tijdens
de installatie en inbedrijfname van de ketels:
- DIN 4705: berekening van de afmetingen van de schouwen.
- DIN EN 12828 (versie van juni 2003): verwarmingssystemen in
gebouwen. Planning van een verwarmingsinstallatie met warm
water (tot een maximale bedrijfstemperatuur van 105 º C en een
maximumvermogen van 1 MW).
- DIN 4753: installaties voor het opwarmen van drinkwater en water
voor industrieel gebruik.
- DIN 1988: technische regels betreffende drinkwaterinstallaties
(TRW).
10
naar
de
hiervoor
geplaatste
en
onderhoudsvoorwaarden
VOOR HET PUBLIEK TOEGANKELIJKE
GEBOUWEN
Reglementaire installatievoorschriften:
Het toestel moet volgens de geldende regelgeving en regels van
goed vakmanschap geïnstalleerd worden:
- Veiligheidsreglement inzake brandbeveiliging en paniek in voor
het publiek toegankelijke gebouwen:
a. Algemene voorschriften
Voor alle toestellen:
- Artikelen GZ -Installaties op brandbare gassen en vloeibare
koolwaterstoffen.
Vervolgens, afhankelijk van het gebruik:
- Artikelen CH-Verwarming, ventilatie, afkoeling, airconditioning en
productie van stoom en sanitair warm water.
b. Specifieke voorschriften voor de verschillende voor het publiek
toegankelijke gebouwen (ziekenhuizen, winkels, enz.).
Conformcertificaat (Betreft uitsluitend de ketels
PK 450 voorzien van een gasbrander)
Volgens toepassing van artikel 25 van het besluit van 27 april 2009
ter wijziging van het gewijzigde besluit van 2 augustus 1977 en van
artikel 1 van het gewijzigde besluit van 05/02/1999, moet de
installateur conformiteitsattesten opstellen die goedgekeurd zijn door
de met de bouw en de veiligheid van het gas belaste ministers:
- Verschillende modellen (model 1,2 of 3) na een nieuwe
gasinstallatie
- Model 4 na vervanging, met name van een ketel door een nieuwe.
- DVGW-TRI: technische regels betreffende gasinstallaties,
inbegrepen het toebehoren.
- Werkfiche DVGW G 260/I. technische regels betreffende het
gastype.
PK 450
16/03/2016 - 300019440-03