3 BEDIENINGEN OP HET VOORPANEEL.
A
B
A - DISPLAY.
Toont de lasparameters en de lasfuncties.
B - DRAAIKNOP
Kiest en stelt de lasfuncties en -parameters in.
C - GECENTRALISEERDE AANSLUITING
Hier wordt de lastoorts op aangesloten.
D – AARDDRAAD
4 BEDIENINGEN OP HET ACHTERPANEEL.
E
28
E – VERBINDING MET GASLEIDING.
F – SCHAKELAAR.
Schakelt de machine in en uit
G – NETWERKKABEL.
5 INBEDRIJFSTELLING EN INSTALLATIE VOOR MIG
LASSEN MET GAS
Plaats het lasapparaat op dergelijke wijze dat de lucht vrijuit
C
in het apparaat kan circuleren. Vermijd zoveel mogelijk
dat metaalstof of andere voorwerpen in het apparaat
terechtkomen.
• Uitsluitend gekwalifi ceerd personeel mag de machine
installeren.
• De
aansluitingen
overeenstemming met de van kracht zijnde normen (IEC
EN 60974-9) en de voorschriften voor ongevallenpreventie.
• Controleer of de voedingsspanning met de nominale
spanning van het lasapparaat overeenstemt.
• Gebruik voor de beveiliging zekeringen die aan de gegevens
vermeld op het technische plaatje voldoen.
Controleer of de aarddraad D in de spoelruimte op de
D
negatieve pool van het schot is aangesloten.
Naast de 2 klemmen is in reliëf de polariteit aangegeven.
De positieve pool + ligt bovenaan, in de buurt van de
draad sleepmotor, de negatieve pool – ligt onderaan,
in de buurt van het uitgangspunt van de aarddraad.
Sluit de aarddraad D aan op het te lassen werkstuk.
Open het zijklepje. Monteer de draadspoel volgens de
onderstaande aanwijzingen.
SPOEL MONTAGEPROCEDURE
F
G
moeten
verricht
worden
in