6.7 DISPLAyMODUS
Met deze functie is het mogelijk om op het linkerdisplay de omgevingstemperatuur en de tijd te laten weergeven.
Houd toets 6 enkele seconden lang ingedrukt. Doorloop met toets 5 en/of 6 het menu
dat op het display verschijnt totdat de verschuivende aanduiding MODUS DISPLAY
verschijnt. Bevestig dit door op de SET toets te drukken.
Kies met toets 1 en/of 2 op het display de optie TEMP DISPLAY (hiermee wordt de
weergave van de omgevingstemperatuur ingeschakeld) of UREN DISPLAY (hiermee
wordt de weergave van de tijd ingeschakeld).
Bevestig dit door op de SET toets te drukken.
Na de bevestiging wordt aan de rechterkant van het display de verschuivende
aanduiding "FUNCTIE ACTIEF" weergegeven en gaat het display automatisch weer
terug naar de beginweergave.
6.8 DISPLAy SLAAPSTAND
Met deze functie DISPLAY SLAAPSTAND is het mogelijk de display uit schakelen, indien de toetsen langer dan 1 minuut niet gebruikt worden.
Houd toets 6 enkele seconden lang ingedrukt. Selecteer met toets 5 en/of 6 het menu
DISPLAY SLAAPSTAND.
Selecteer ON door op toets 1 en/of 2 op de display te drukken.
Bevestig door op SET te drukken, totdat de verschuivende FUNCTIE ACTIEF verschijnt.
Om deze functie te deactiveren, selecteer OFF door op toets 1 en/of 2 te drukken.
Bevestig door op SET te drukken, totdat de verschuivende FUNCTIE ACTIEF verschijnt.
6.9 ENERGy SAVING
Wordt de ENERGY SAVING modus geactiveerd dan wordt de inschakeling en de automatische doving van het toestel geactiveerd op temperatuurwaarden
die met de STOP en START functies door de gebruiker ingesteld zijn.
Het werkingsprincipe is als volgt:
als de omgevingstemperatuur die waargenomen wordt door de omgevingssensor de temperatuurwaarde bereikt die door de gebruiker
geprogrammeerd is, gaat het toestel automatisch op brandkrachtniveau 1 staan.
Als de omgevingstemperatuur tijdens de werking op brandkrachtniveau 1 blijft stijgen totdat de bij de STOP functie ingestelde waarde bereikt wordt
(bijvoorbeeld +2°C ten opzichte van de geprogrammeerde temperatuur) dooft het toestel en gaat in de wachtstand staan.
Als de omgevingstemperatuur die waargenomen wordt door de omgevingssensor daalt tot de temperatuurwaarde die door de gebruiker bij de START
functie ingesteld is (bijvoorbeeld -3°C ten opzichte van de geprogrammeerde temperatuur), dan begint de kachel met een nieuwe ontsteking en gaat
de kachel op het brandkrachtniveau staan dat voorheen door de gebruiker ingesteld was.
a
Het toestel start pas weer als de op het toestel waargenomen temperaturen een veilig gebruik ervan toestaan.
Indien de STOP functie op OFF staat, functioneert het toestel als de geprogrammeerde omgevingstemperatuur bereikt wordt op de traditionele
manier door op brandkrachtniveau 1 te moduleren zonder te doven.
Op een vergelijkbare manier, wanneer de START functie op OFF staat, start het toestel de ontstekingsfase na de automatische doving niet en zal het
toestel uit blijven.
Als de ENERGY SAVING modus ingesteld is, is het niet mogelijk om de "STOP" EXTERNE OMGEVINGSTHERMOSTAAT te activeren en omgekeerd.
Als de ENERGY SAVING modus ingesteld is, de chronothermostaat modus biedt de mogelijkheid te selecteren alleen de inschakeltijd en uitschakeltijd.
Beschrijving actie
Beschrijving actie
H072052NL2 / DT2001573 – 01
Displayweergave
MODUS
DISPLAY
UREN
DISPLAY
FUNCTIE
ACTIEF
Displayweergave
DISPLAY
SLAAPSTAND
ON DISPLAY SLAAPSTAND
FUNCTIE
ACTIEF
OFF
DISPLAY
SLAAPSTAND
FUNCTIE
ACTIEF
DT2011658-01
DT2012615-00
DT2012491-00
29