6 Montage
Het apparaat is niet vlak in te bouwen volgens IEC 60947-5-2, type I2A30SP2�
► Apparaat beveiligen tegen lostrillen (aandraaimoment ≤ 50 Nm).
► Inbouwcondities volgens de afbeeldingen 1 t/m 3 in acht nemen:
1
30
► Aansluitkabel conform de fabrikantgegevens vastdraaien� Aandraaimoment
voor ifm-aansluitkabels in acht nemen (bijv� EVxxxx: 0,6 ���1,5 Nm)�
Een vlakke inbouw van de veiligheidssensor is niet toegestaan, omdat daar-
door een vergroting van de schakelafstand kan ontstaan met zelfs vrijgave
van de uitgangen (OSSD's)�
7 Elektrische aansluiting
bedradingsschema → 10 Technische gegevens
► Installatie spanningsvrij schakelen� Schakel indien nodig tevens onafhankelijk
gevoede relais-belastingkringen uit�
► Voedingsspanning: L+ op aansluiting 1 en L- op aansluiting 3 van de stekker
aansluiten�
De nominale spanning bedraagt 24 V DC� Deze spanning mag volgens
EN 61131-2 tussen 19,2 V en 30 V incl� 5% restrimpel schommelen�
De voedingsspanning mag bij een afzonderlijke fout de waarde van 60 V DC
niet langer dan 0,2 s overschrijden, tot een max� waarde van 120 V DC� (Dit
vereist o�a� de veilige scheiding van de voeding en transformator�)
8
2
30
90
30
240
3
60