7. De diagnoseweegschaal instellen met de app
Om uw percentage lichaamsvet en andere lichaamswaarden te kunnen bepalen, moet u de persoonlijke gebrui-
kersgegevens op de weegschaal invoeren en opslaan.
De weegschaal beschikt over 10 geheugenplaatsen voor het opslaan van de persoonlijke instellingen van bij-
voorbeeld uw gezinsleden en uzelf.
Gebruikers kunnen ook in gebruik worden genomen via andere mobiele apparaten met daarop de "beurer
HealthManager"-app of door in de app van gebruikersprofiel te wisselen (zie instellingen van de app).
Om ervoor te zorgen dat de Bluetooth
de buurt van de weegschaal blijven.
• Activeer Bluetooth
®
• Download de gratis "beurer HealthManager"-app in de Apple App Store (iOS) of de Google Play Store
(Android™).
• Open de app en volg de aanwijzingen op.
– De volgende instellingen moeten in de app "beurer HealthManager" ingevoerd zijn of worden:
Gebruikersgegevens
Initialen
Geslacht
Lengte
Geboortedatum
Activiteitsniveau
Streefgewicht
– De app wijst de volgende vrije geheugenplaats op de weegschaal aan u toe (persoon 1 tot persoon 10).
– Meting uitvoeren: Voor de automatische personenherkenning moet de eerste meting aan uw persoonlijke
gebruikersgegevens worden toegewezen. De app vraagt u dit te doen. Neem hiervoor hoofdstuk "9. Meting
uitvoeren" in acht.
8. Alternatief: De diagnoseweegschaal instellen zonder de app
Wij raden aan om de ingebruikname en de instellingen met behulp van de app uit te voeren. Zie hoofdstuk "7. De
diagnoseweegschaal instellen met de app". Dit kan echter ook op het apparaat zelf worden uitgevoerd.
Voer de instellingen voor apparaat/tijd/gebruiker uit op de bedieningseenheid. Maak uw keuze met de toetsen [
] en [
] en bevestig uw keuze telkens met [SET].
a.) Tijd instellen
[SET]
"SET_TIME"
Volgorde
Instelwaarden
Datum
jaar – maand – dag
Tijd
uren – minuten
-verbinding tijdens het gebruik actief blijft, moet u met de smartphone in
®
in de instellingen van de smartphone.
Instelwaarden
max. 3 tekens (A-Z, 0-9)
man ( ), vrouw (
100 tot 250 cm (3' 3,5" tot 8' 02")
jaar, maand, dag
Bij het selecteren van het activiteitsniveau is de middellange- en langetermijnbe-
schouwing doorslaggevend:
Lichamelijke activiteit
1
Geen.
Weinig: weinig en lichte lichamelijke inspanning (bijvoorbeeld wandelen, lichte
2
werkzaamheden in de tuin, gymnastiekoefeningen).
Gemiddeld: lichamelijke inspanning, minstens 2 tot 4 keer per week, telkens
3
30 minuten.
Veel: lichamelijke inspanning, minstens 4 tot 6 keer per week, telkens 30
4
minuten.
Zeer veel: intensieve lichamelijke inspanning, intensieve training of zware
5
lichamelijke arbeid, dagelijks, telkens meer dan 1 uur.
kg/lb/st (voor de grafische voortgangsweergave)
[SET ]
)
7