• Te veel wasgoed geladen. >>> Laad niet
te veel wasgoed in het product. Laad met
hoeveelheden aanbevolen in de "Tabel
programma en verbruik".
• Verkeerde programma en temperatuur
waren geselecteerd. >>> Selecteer het
juiste programma en de juiste temperatuur
voor het te wassen wasgoed.
• Er is verkeerd soort wasmiddel gebruikt.
>>> Gebruik origineel wasmiddel geschikt
voor de machine.
• Er is teveel wasmiddel gebruikt. >>> Doe
het wasmiddel in het juiste vak. Mix geen
bleekmiddel en wasmiddel met elkaar.
Wasresultaat is slecht: Vettige vlekken
verschijnen op het wasgoed. (**)
• De trommel is niet regelmatig gereinigd.
>>> Reinig de trommel regelmatig. Voor
deze procedure, zie Het reinigen van de
laaddeur en de trommel [} 38]
Wasresultaat is slecht: De kledingstuk-
ken hebben een onaangename geur. (**)
• Geurtjes en bacteriën accumuleren op de
trommel als resultaat van het doorlopend
wassen aan lagere temperaturen en/of bij
korte programma's. >>> Laat de wasmid-
dellade en de laaddeur van het product op
een kier na elke wasbeurt. Zo wordt geen
gunstige omgeving gecreëerd voor bacte-
riën in de machine
Kleur van de kleding is vervaagd. (**)
• Te veel wasgoed geladen. >>> Laad niet
te veel wasgoed in het product.
• Het in gebruik zijnde wasmiddel is vochtig.
>>> Bewaar wasmiddel afgesloten in een
vochtvrije ruimte en stel deze niet bloot
aan extreme temperaturen.
• Er is een hogere temperatuur geselec-
teerd. >>> Selecteer het juiste programma
en de juiste temperatuur overeenstem-
mend het soort en vervuilingsgraad van
het wasgoed.
De wasmachine spoelt niet goed.
• De hoeveelheid, het merk en de bewaar-
omstandigheden van het wasmiddel zijn
ongeschikt. >>> Gebruik een geschikt
wasmiddel voor de wasmachine en uw
wasgoed. Bewaar wasmiddel afgesloten in
een vochtvrije ruimte en stel deze niet
bloot aan extreme temperaturen.
• Wasmiddel is in het verkeerde vak gedaan.
>>> Indien het wasmiddel in het voorwas-
vak is gedaan zonder het selecteren van
een voorwas, kan het product dit wasmid-
del opnemen tijdens de spoel- of wasver-
zachterfase. Doe het wasmiddel in het
juiste vak.
• Pompfilter is verstopt. >>> Controleer het
filter.
• Afvoerslang is dubbelgevouwen. >>>
Controleer de afvoerslang.
Wasgoed werd stijf na het wassen. (**)
• Er is onvoldoende hoeveelheid wasmiddel
gebruikt. >>> Het gebruik van onvoldoen-
de hoeveelheid wasmiddel voor de water-
hardheid kan veroorzaken dat het was-
goed met de tijd stijf wordt. Gebruik een
geschikte hoeveelheid wasmiddel over-
eenkomstig de waterhardheid.
• Wasmiddel is in het verkeerde vak gedaan.
>>> Indien het wasmiddel in het voorwas-
vak is gedaan zonder het selecteren van
een voorwas, kan het product dit wasmid-
del opnemen tijdens de spoel- of wasver-
zachterfase. Doe het wasmiddel in het
juiste vak.
• Wasmiddel is gemengd met de wasver-
zachter. >>> Meng geen wasverzachter
met wasmiddel. Was en reinig de lade met
heet water.
Wasgoed ruikt niet naar de wasverzach-
ter. (**)
• Wasmiddel is in het verkeerde vak gedaan.
>>> Indien het wasmiddel in het voorwas-
vak is gedaan zonder het selecteren van
een voorwas product, kan het dit wasmid-
del opnemen tijdens de spoel- of wasver-
zachterfase. Was en reinig de lade met
heet water. Doe het wasmiddel in het juis-
te vak.
• Wasmiddel is gemengd met de wasver-
zachter. >>> Meng geen wasverzachter
met wasmiddel. Was en reinig de lade met
heet water.
NL / 43