Gebruiksaanwijzing Beveiligingssystemen
MGB-L1...-AR.-... / MGB-L2...-AR.-... en MGB-L1...-AP.-... / MGB-L2...-AP.-...
13.3.
Elektrische werkingscontrole
AR
Bij actieve grendelbewaking
ON
OFF
DIP
1. Bedrijfsspanning inschakelen.
De grendelmodule voert een zelftest uit. Bij AR-configuratie: de groene State-led knippert gedurende 10 s met
¨
5 Hz. Daarna knippert de State-led met regelmatige tussenpozen.
2. Alle afschermingen sluiten en de vergrendelingspal in de grendelmodule schuiven.
Bij vergrendeling door magneetkracht: vergrendeling activeren.
De veiligheidsuitgangen FO1A/FO1B
¨
De machine mag niet zelfstandig opstarten.
¨
De afscherming mag niet geopend kunnen worden.
¨
De groene State-led en de gele Lock-led branden ononderbroken.
¨
3. Werking in de besturing vrijgeven.
De vergrendeling mag niet gedeactiveerd kunnen worden zolang de werking vrijgegeven is.
¨
4. Werking in de besturing uitschakelen en de vergrendeling deactiveren.
De afscherming moet vergrendeld blijven totdat er geen risico op letsels meer bestaat.
¨
De machine mag niet gestart kunnen worden zolang de vergrendeling gedeactiveerd is.
¨
De afscherming moet geopend kunnen worden.
¨
Herhaal stappen 2-4 voor elke afscherming afzonderlijk.
Bij inactieve grendelbewaking
1. Bedrijfsspanning inschakelen.
De grendelmodule voert een zelftest uit. Bij AR-configuratie: de groene State-led knippert gedurende 10 s met
¨
5 Hz. Daarna knippert de State-led met regelmatige tussenpozen.
2. Alle afschermingen sluiten en de vergrendelingspal in de grendelmodule schuiven. Zodra de vergrendelingspal
in de grendelmodule is geschoven, staan veiligheidsuitgangen FO1A/FO1B AAN. Dit geldt ongeacht of de ver-
grendeling al dan niet actief is.
De machine mag niet zelfstandig opstarten.
¨
De groene State-led brandt ononderbroken. De gele Lock-led staat ofwel lang AAN met een korte onderbreking
¨
of staat ononderbroken AAN (afhankelijk van de toestand van de grendel).
3. Werking in de besturing vrijgeven.
4. Deactiveer eventueel de grendel en open de afscherming.
De machine moet uitschakelen en mag niet opgestart kunnen worden zolang de afscherming geopend is.
¨
Herhaal stappen 2-4 voor elke afscherming afzonderlijk.
34
WAARSCHUWING
Bij gebruik in een schakelaarketen met verschillende AR-apparaten (bv. CES-AR, CET-AR) moet
u bovendien de procedure voor de werkingscontrole in de bijbehorende handleiding volgen.
staan AAN
(Vertaling van de originele handleiding) 2119167-07-09/23