12.9.
Opstelling van de aansluitingen en beschrijving van de contacten
Afbeelding 17: Aansluitingen en led-indicatoren
Klem
Aanduiding
X3.1 tot X3.3
-
X3.4
UA
X3.5
0V
X3.6
IMP2
X3.7
IMP1
X3.8
IMM
X4.1
FI1A
X4.2
FI1B
X4.3
-
X4.4
FO1A
X4.5
FO1B
X4.6
RST
X5.1
OD
X5.2
OT
X5.3
OL
X5.4
OI
X5.5
0V
X5.6
UB
X2.1 tot X2.8
-
X1
-
Tabel 2:
Opstelling van de aansluitingen en beschrijving van de contacten
2119167-07-09/23 (Vertaling van de originele handleiding)
MGB-L1...-AR.-... / MGB-L2...-AR.-... en MGB-L1...-AP.-... / MGB-L2...-AP.-...
X2
X5
Beschrijving
zie bijbehorend gegevensblad
De grendelmagneet, signaaluitgangen en dekseluitrusting moeten permanent gevoed worden met DC 24 V om de grendelmagneet te
laten werken.
Massa, DC 0 V (intern verbonden met X5.5).
Besturingsspanning voor het in- en uitschakelen van de grendel, DC 24 V
(zie hoofdstuk 12.8. Grendelbesturing aansluiten op pagina 28).
Besturingsspanning voor het in- en uitschakelen van de grendel, DC 24 V
(zie hoofdstuk 12.8. Grendelbesturing aansluiten op pagina 28).
Besturingsspanning voor het in- en uitschakelen van de grendel, 0 V (zie hoofdstuk 12.8. Grendelbesturing aansluiten op pagina 28).
Bij AR-configuratie: vrijgave-ingang voor kanaal A, bij alleenstaand gebruik op DC 24 V zetten. Bij schakelaarketen uitgangssignaal
FO1A van het voorgaande onderdeel aansluiten.
Bij AP-configuratie: ingang wordt niet geanalyseerd.
Bij AR-configuratie: vrijgave-ingang voor kanaal B, bij alleenstaand gebruik op DC 24 V zetten. Bij schakelaarketen uitgangssignaal
FO1B van het voorafgaande onderdeel aansluiten.
Bij AP-configuratie: ingang wordt niet geanalyseerd.
zie bijbehorend gegevensblad
Veiligheidsuitgang kanaal A (functie hangt af van de DIP-schakelaarinstelling)
Grendelbewaking actief: AAN wanneer de deur gesloten en vergrendeld is
Grendelbewaking inactief: AAN wanneer de deur gesloten en de vergrendelingspal ingeschoven is.
Veiligheidsuitgang kanaal B (functie hangt af van de DIP-schakelaarinstelling)
Grendelbewaking actief: AAN wanneer de deur gesloten en vergrendeld is
Grendelbewaking inactief: AAN wanneer de deur gesloten en de vergrendelingspal ingeschoven is.
Resetingang, apparaat wordt gereset, wanneer op RST gedurende minstens 3 s DC 24 V staat.
Signaaluitgang deur,
AAN wanneer de deur gesloten is.
Signaaluitgang vergrendelingspal,
AAN wanneer de deur gesloten is en de vergrendelingspal in de grendelmodule is geschoven.
Signaaluitgang grendel,
AAN wanneer de deur gesloten en vergrendeld is.
Signaaluitgang diagnose,
AAN wanneer het apparaat zich in een fouttoestand bevindt.
Massa, DC 0 V
(intern verbonden met X3.5).
Voeding, DC 24 V
zie bijbehorend gegevensblad
voorbehouden voor aansluiting van de dekplaat (alleen bij uitgeruste deksels)
Gebruiksaanwijzing Beveiligingssystemen
X3
LEDs
State
DIA 2
Power
DIA 1
X4
IMP1/IMP2 zijn bij levering doorgaans overbrugd
(Jumper)
YE
RD
GN
GN
.
.
NL
29