5.6. Klasse A circulatiepomp
Uw ketel is uitgerust met een circulatiepomp van de aller-
nieuwste generatie (hoge energieefficiëntie, klasse A).
De bedrijfsmodus instellen
■
Statusindicatie-led circulatiepomp, zie tabel
Continu groen = normale werking
andere status : zie onderstaande tabel
Bedieningsknop
Selectie van modus en vermogensniveau
Status circulatiepomp
Groene / rode led
knipperend
Rode led knipperend
Vaste rode led
Led uit
Prestatiecurven
■
H/m
6
5
III
4
II
3
I
2
1
0
0,5
1,0
1,5
2,0
Voorkeursinstelling voor een installatie met radiatoren of
vloerverwarming. De snelheid van de circulatiepomp past
zich aan om de druk te variëren.
De vakman moet de pomp afstellen op basis van het drukverlies
van de installatie volgens de bovenstaande prestatiecurven.
Als het circuit verstopt of slibt, kan het instellen van de
circulatiepomp op variabele of constante druk ertoe leiden
dat deze langzamer gaat werken en de regeling niet goed
werkt. Het is absoluut noodzakelijk de juiste kwaliteit van de
getransporteerde vloeistof en het juiste debiet in het circuit
te garanderen. Gevaar voor vernieling van de elektrische
weerstanden. De installatie moet worden schoongemaakt.
Gebruik
Betekenis
– lucht in het pomplichaam
– rotor geblokkeerd (gomming)
overspanning of onderspanning
(U > 275 V of U < 170 V)
rotor geblokkeerd
– drukstoring (druk < 1,5 bar)
– oververhitting
– overstroom (elektrische overbelasting)
p/kPa
H/m
Variabele
III
60
6
druk
50
5
II
40
4
30
3
I
20
2
10
1
0
0
2,5
3,0 Q/m³/h
0,5
Voorkeursinstelling voor vloerverwarmingsinstallatie.
De snelheid van de circulatiepomp past zich aan om
de druk constant te houden.
+32 (0)485 93 50 12 | info@all-renting.be | www.all-renting.be
Deze circulatiepomp kan worden ingesteld volgens 3 verschil-
lende bedrijfsmodi.
Fabrieksinstelling: variabele druk, vermogens niveau II.
Actie
– controleer of de installatie goed ontlucht is
– controleer handmatig van de rotatie van de rotor en de kwaliteit van de
vervoerde vloeistof (slib, deeltjes, afzettingen, enz.) in het pomplichaam
– controleer de spanning op de aansluitklemmen van de ketel
– controleer de doorsnede van de aansluitkabels
– controleer handmatig van de rotatie van de rotor en de kwaliteit van de
vervoerde vloeistof (slib, deeltjes, afzettingen, enz.) in het pomplichaam
– zie «storingen en oplossingen», zie pagina 14
– controleer de elektrische aansluiting en de spanning op de
aansluitklemmen van de ketel
– controleer de juiste plaatsing van de koppelstrip (eenfasige aansluiting) of
de afwezigheid van de koppelstrip (driefasige aansluiting)
p/kPa
Constante
60
druk
50
40
30
20
10
0
1,0
1,5
2,0
2,5
3,0 Q/m³/h
Ontluchtingsfunctie
■
Om het ontluchtingsproces te starten (10 min), houdt u de
bedieningsknop ingedrukt tot de leds «bedrijfsmodus» en
«vermogensniveau» afwisselend knipperen (ca. 3 s).
De ontluchtingscyclus kan worden geannuleerd door opnieuw
op de bedieningsknop te drukken totdat de normale bedrijfs-
toestand is bereikt (led «bedrijfsmodus» groen en constant,
ca. 3 s).
Het uitvoeren van een ontluchtingscyclus is geen
garantie voor een goede ontluchting van de instal
latie en de ketel. Controleer of het systeem correct
is ontlucht VOORDAT u de ketel in gebruik neemt.
Led «circulatiepomp bedrijfsmodus»
Led «vermogensniveau» I, II of III
H/m
III
Constante
6
snelheid
5
II
4
3
I
2
1
0
0,5
1,0
1,5
2,0
2,5
Voorkeursinstelling voor een circuit waar het
drukverlies niet verandert.
De pompsnelheid is constant.
(geïntegreerd in de circulatiepomp)
p/kPa
60
50
40
30
20
10
0
3,0 Q/m³/h
13